Drive to Survive seizoen 4 review – Al lang niet meer voor de échte F1-fan

‘Een kijkje achter de schermen bij de wereld der Formule 1’, zo werd de Netflix-serie Drive to Survive een paar jaar geleden gepresenteerd. Het eerste seizoen kende wat schoonheidsfoutjes, maar over het algemeen vond de serie gretig aftrek onder F1-fans én leken. Met seizoen 4 zet het platform alleen vol in op de richting die het na de openingsreeks is ingeslagen, waardoor échte liefhebbers er weinig van zullen moeten hebben.

Met Drive to Survive krijgen camera’s van Netflix al vier seizoenen lang de mogelijkheid om bij de teams in de keuken te kijken gedurende de raceweekenden van de Formule 1. Tel daarbij de 1-op-1-interviews op en je zou zeggen dat de serie dé kans biedt om een onderbelichte kant van de sport te tonen, zoals men in seizoen 1 ook heeft gedaan. In plaats daarvan koos Netflix om de term ‘docuserie’ (onder die noemer staat DtS immers op Netflix) nagenoeg volledig te strippen na de eerste reeks en een eigen verhaal te verzinnen. Met alle gevolgen van dien.

Rivaliteiten werden in de afgelopen seizoenen al meerdere keren verzonnen (het duel tussen Daniel Ricciardo en Max Verstappen bij Red Bull trok in seizoen 1 immers veel kijkers) en ook in seizoen 4 zit de gemiddelde F1-fan met gefronste wenkbrauwen de aflevering over Lando Norris en Daniel Ricciardo te bekijken. Norris wordt weggezet als klootzak (de woorden van Max Verstappen), terwijl Ricciardo net als in de voorgaande seizoenen de goedlachse Aussie is. Drie keer raden welk beeld men zal vormen van Norris…

Een nog groter punt van frustratie is in voorgaande reviews van Drive to Survive ook al aangehaald, maar blijkbaar geeft Netflix weinig om het afbeelden van gebeurtenissen zoals ze daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Boordradio’s, gejuich en reacties vanuit de pitbox en pitwall worden zonder schaamte onder en achter totaal andere gebeurtenissen geplakt, wat tot lachwekkende situaties leidt. Zo is er tijdens de GP van Monaco op de achtergrond in de pitbox een totaal ander circuit te zien, maar probeert men de indruk te wekken dat de pitcrew op het puntje van zijn stoel zat tijdens een triviaal rondje.

Opmerkelijk is dat Netflix deze weg al direct na seizoen 1 insloeg, terwijl er in de afgelopen jaren voldoende gebeurde in de koningsklasse om te belichten. Voor het 2021-seizoen had men het platform dan misschien nog ergens kunnen vergeven dat het allemaal wat magertjes was, aangezien het jaar om één ding draaide: hét generatiegevecht tussen (inmiddels) wereldkampioen Max Verstappen en Lewis Hamilton. Ware het niet dat door eigen toedoen ook dat gevecht slechter dan mogelijk in beeld wordt gebracht.

Drive to Survive seizoen 4 kent tien afleveringen, waarvan er ongeveer vier (grotendeels) in het teken staan van het gevecht tussen Red Bull en Mercedes. Een andere episode gaat volledig om Valtteri Bottas (en dus Mercedes), waardoor de helft van het seizoen om hetzelfde groepje draait. De rest is (in het geval van McLaren) flink aangedikt, of dient ter opvulling (aflevering 7 over Ocon en Tsunoda).

Doordat Netflix Max Verstappen in eerdere seizoenen neerzette als slechterik (naast de goedlachse goodguy Ricciardo), heeft de Nederlander terecht aangegeven niet mee te zullen werken aan de serie. Zodoende moet teambaas Christian Horner dat deel oppakken om de kant van de kersverse wereldkampioen te belichten.

Niet geheel onverwacht wordt ook die titanenstrijd door Netflix op een abstracte manier in beeld gebracht, vaak totaal niet geholpen door het commentaar geleverd door Will Buxton en later toegevoegd ‘live’ verslag. Waar Netflix alle geloofwaardigheid verliest, is in de laatste aflevering van het vierde seizoen. Op het moment dat Lewis Hamilton de titel door zijn vingers ziet glippen, wordt een quote uit een eerder seizoen van Drive to Survive opgerakeld. Eentje waarin de Brit insinueert dat hij altijd een doelwit op zijn rug heeft gehad, doelend op zijn afkomst. Hamilton heeft dit, ondanks zijn terechte bezwaar over de samenloop van omstandigheden in de seizoen afsluiter, nooit beweerd.

Het is niet meer dan terecht dat Drive to Survive meer kritiek ontvangt dan in voorgaande seizoenen: coureurs en teambazen h ouden de boot af en zelfs de grote baas van de Formule 1 (Stefano Domenicali) heeft laten weten dat de serie ‘relevant moet blijven’ wil Netflix het voorrecht behouden. Netflix valt telkens terug op bekende personages die het zelf naar voren heeft geschoven als helden. Iedereen die het tegen hen opneemt, is daardoor automatisch de badguy. Échte F1-fans weten wel beter, maar de nieuwe aangeboorde markt in de VS niet. Juist voor dat nieuwe publiek heeft Netflix een informerende rol te vervullen en laat dat met seizoen 4 overduidelijk na.

Met de nieuwe reglementen voor het 2022-seizoen en met de eerste drie races achter de rug, zal er genoeg zijn voor Drive to Survive om op in te spelen en daarmee de mogelijkheid hebben om weer de goede kant op te gaan. Laat Netflix die kans liggen, dan zou het niemand verbazen als de FOM zelf de stekker uit het programma trekt. Amerikaanse eigenaren of niet, met een overgrote meerderheid in non-VS-kijkers is het duidelijk wel groep het meest te eisen heeft. Neppe Amerikaanse ‘reality’ is dat niet.

Zonder het gevecht tussen Max Verstappen en Lewis Hamilton, was het 2021-seizoen van de Formule 1 niet heel boeiend geweest. Aangezien Netflix ook dat duel slecht in kaart weet te brengen, kan er weinig anders worden gezegd dan dat seizoen 4 niet de moeite waard is. Het biedt nagenoeg geen extra ‘behind de scenes’ en verdraait vaak de realiteit. Zonde, want het had zoveel meer kunnen zijn.