Unity CEO vertrekt na grote controverse

Game-engine Unity haalde onlangs de woede van veel ontwikkelaars op de hals. Het bedrijf had besloten om ontwikkelaars te laten betalen op basis van het aantal keer dat een in Unity gemaakte game werd geïnstalleerd. De CEO onder wie dat besluit werd genomen is nu weg bij Unity.

Unity was tot voor kort een populaire engine om games in te maken, niet in de laatste plaats onder indie-ontwikkelaars. Maar dat lijkt Unity flink te hebben verbruid: het bedrijf kondigde aan dat ontwikkelaars voortaan voor het gebruik van de engine moesten betalen op basis van het aantal keren dat een game werd geïnstalleerd. Veel ontwikkelaars maakten zich zorgen dat misbruikt kon worden door piraten en mensen die de game steeds opnieuw zouden installeren om een rekening op te bouwen voor de makers.

Sindsdien heeft Unity een andere aanpak aangekondigd, waarbij ontwikkelaars eenvoudigweg een deel van hun omzet mogen betalen. Maar bij veel studio’s is het vertrouwen in Unity weg, ook omdat de wijzigingen in Unity’s verdienmodel gingen gelden voor games die onder heel andere voorwaarden waren gemaakt. Na al deze ophef stapt CEO John Riccitiello op.

Uit de statements van Unity over het vertrek van Riccitiello blijkt niet of zijn ontslag direct te maken heeft met de recente controverse. Ook is niet duidelijk wiens besluit het is geweest dat Riccitiello stopt. Maar door de timing van het besluit lijkt het aannemelijk dat de felle reacties die Unity de laatste weken te verduren heeft gehad van enige invloed zijn geweest.

Al ruim voordat Riccitiello CEO werd van Unity was hij een controversiële figuur in de game-industrie. Hij noemde ontwikkelaars die games maken zonder verdienmodel (behalve games verkopen) vorig jaar idioten. Toen hij tussen 2007 en 2014 CEO was van EA, werden de eerste lootboxes geïntroduceerd in FIFA. In dezelfde periode suggereerde Riccietello ooit dat Battlefield-spelers een dollar moesten betalen om hun wapen te herladen.