De huidige console-generatie bracht de nodige technische vooruitgang, maar helaas ook iets waar mensen minder blij mee zijn.
Games zijn namelijk
duurder geworden. Maar het lijkt erop dat gamers eigenlijk niet zo’n probleem maken van duurdere games.
De financiële resultaten van Take-Two Interactive zijn besproken en daarbij is de
prijs van games ook aan bod gekomen. Het bedrijf was de eerste die ooit aankondigde dat een game voor de PS5 en Xbox Series X-generatie 70 dollar moest kosten. Veel andere uitgevers, zoals Sony,
Microsoft en
onlangs SEGA, zijn die weg nu ook ingeslagen.
Take-Two kreeg de vraag of spelers moeite hadden met de prijs, maar CEO Strauss Zelnick gaf aan dat er geen verzet is op het gebied van prijs (via
VGC). Spelers lijken selectiever te zijn in welke games ze kopen, maar tellen wel degelijk de hogere prijs neer voor de games die ze willen hebben. Dat zijn alleen steeds vaker games waar een klant om geeft, blockbusters, of games die veel waar voor je geld zijn, gebieden waarop Take-Two naar eigen inschatting wel goed zit.
Duurdere games geen probleem voor Take-Two
Waar Zelnick wel een probleem ziet is met games die spelers net niet interessant genoeg vinden. Er ontstaat volgens hem wat druk wanneer een consument een game ziet die wel interessant is, maar nog geen blockbuster. Maar die gevallen doen zich altijd voor en komen niet direct voort uit de prijs van de games.
Het ziet er dus naar uit dat we van nagenoeg alle Take-Two games mogen verwachten dat ze 70 dollar/euro blijven kosten, inclusief bijvoorbeeld
GTA 6. Bepaalde opmerkingen die Take-Two in de bespreking van de resultaten maakt
doen vermoeden dat die game ergens volgend jaar uitkomt. Het blockbuster-gehalte zal ongetwijfeld groot genoeg zijn dat veel mensen er de volle mep voor over hebben.