Kite Fight Review

Review
vrijdag, 26 juli 2013 om 14:30
xgn google image
Oudhollands vliegeren is een bezigheid die wij allemaal hebben geprobeerd in dit land met veel wind. Vechtvliegeren is daarentegen onbekend in dit deel van de wereld, maar is enorm populair in landen als Afghanistan, Vietnam en India. Ook in Amerikaanse series komt vechtvliegeren naar voren. In Scrubs was er de vliegerclub ‘The Mighty Kites’ en in The Big Bang Theory verloor Rajesh zijn prijswinnende Patang vlieger. Hierdoor komen wij weer terug bij India, de plek waar ontwikkelaar Gameshastra zich vestigt en vanaf die plek Kite Fight heeft ontwikkeld.
Snap! zegt het touw
In de sport van vechtvliegeren wordt een glaslijn gebruikt, wat in feite een combinatie is van lijm en fijn gestampt glas. Hierdoor is het mogelijk om de lijn van de tegenstander door te snijden. In Kite Fight wordt precies hetzelfde gedaan door middel van de Move controller. Als speler probeer je om bij de lijn van de tegenstander te komen, zodat deze vastplakt en dan begint het gevecht. Door middel van schudden, trekken, rondjes draaien en rammen snij je het touw van de tegenstander door. De tegenstander is op dat moment hetzelfde aan het doen, maar doordat de vliegers botsen gaan de touwen los van elkaar.
Voor je een gevecht ingaat, moet je rekening houden met de vlieger die je kiest. In totaal zijn er acht varianten met ieder zijn eigen sterktes. De ene vlieger is beter in schudden en trekken, terwijl de andere vlieger beter bestand is tegen aanvallen. In het spel is al snel duidelijk wat voor vlieger je hebt, met namen als Swift en Bomber. Ga je eenmaal het gevecht aan met de juist gekozen vlieger, dan vlieg je al snel bij locaties als Londen, de piramides van Gizeh of op het strand bij de Cariben. Afwisselende locaties die een fijne achtergrond geven tijdens het heftige gevecht, waar meer de focus op ligt als je aan het spelen bent.
Lamme arm met leuke elementen
Het spel begint met het leren van alle aanvalsmethodes en uiteraard hoe je de vlieger over het scherm vliegt. Vanaf dit moment is al duidelijk dat je hard moet werken om zaken voor elkaar te krijgen in Kite Fight. Het vliegen voelt in eerste instantie niet lekker aan en gedurende het spel wordt het niet beter. De aanvalsmethodes zitten op zo’n manier in elkaar dat het eindresultaat altijd een lamme arm geeft. Voor het schudden is het simpelweg op een knop rammen. Voor het trekken ofwel een boost geven aan de vlieger, moet je een knop indrukken waardoor de vlieger stilstaat en een bepaalde richting op wijst. Daarna schud je een kant op en met een hoge snelheid gaat de vlieger het gevecht aan.
Na het leren van het spel ga je naar de belangrijkste modus toe, waarin je twintig levels moet voltooien om de nieuwe vliegerkampioen te worden. Verschillende uitdagingen worden aan je gegeven, zoals het ontwijken van boemerangs, vogels of een op afstand bestuurbare helikopter. Op andere momenten prik je ballonnen kapot en versla je uiteraard andere vliegers. Tijdens het gevecht vul je een zogeheten ‘Flair meter’ op. Wanneer deze vol is kun je hem inzetten voor speciale krachten, zoals ‘Titan Kite’ die een beschermbol om je vlieger creëert of ‘Electric String’ die het touw elektrisch maakt en tegenstanders vertraagt als het in aanraking komt met het touw.
Vals spelende computer
In de kampioen modus doorloop je de levels met redelijk gemak met uitzondering van een paar verschrikkelijke uitdagingen. Als voorbeeld de uitdaging om binnen vier minuten in totaal vier vliegers kapot te rammen. Hierbij raken de touwen niet in elkaar verstrikt en je moet een boost gebruiken om succesvol een tegenstander te rammen. Het resultaat is dat je vier minuten lang achter twee vliegers aangaat en dus continue van links naar rechts vliegt. Op zo’n moment denk je toch filosofisch na over de zin van het leven. Deze gedachte wordt echter al snel verstoord door de frustratie die dit spel kan opwekken. Aan de ene kant is het een uitdaging om de levels te behalen, maar niet als je ziet dat de computer simpelweg vals speelt.
In het geval van de ramuitdaging waren de twee andere vliegers opeens gigantisch snel, waardoor de achtervolging uitermate irritant was. Daarbij werkte de camera ook niet helemaal mee. Zo zaten de andere vliegers tegen de zijkant aangedrukt. Iets wat de camera op het allerlaatste moment liet zien. Hierdoor ontstond een botsing, alleen een botsing is geen ram en dus helpt het je niet verder. Daarbij viel in een andere uitdaging op dat tegenstanders geen last hebben van de vervelende boemerangs of vogels, dat was ook een pijnlijke ontdekking. Maar het allerergste is toch wel, dat de tegenstanders op de één of andere manier buiten het speelveld kunnen komen. Hierdoor wordt het spel wel heel moeilijk en met name heel frustrerend om te spelen.
Houd je zelf van frustratie, dan kun je na het uitspelen van de kampioen modus ook nog een eindeloos gevecht spelen. Hierbij blijven de vliegers op je afkomen, terwijl jij langzaam kapot gaat van binnen. Als laatste is het nog mogelijk om Kite Fight met twee man op de bank te spelen. Iedere speler neemt een Move controller in de hand en het gevecht gaat van start. Hierbij is het wel handig dat de tweede speler al enige oefening heeft, want je moet echt even inkomen. Daarna zit je al snel als een malle met de controller te bewegen en op knoppen te drukken, net alsof je een vechtgame speelt. De multiplayer is daardoor best grappig, maar dit is wel het resultaat van een slechte uitvoer van de game.
Die zenuwtrek is nieuw
Op het eerste gezicht is Kite Fight een interessante game met leuke spelelementen, zoals een boemerang of vogels die je tijdens het vechten dwarszitten. Daarbij kom je tijdens het vliegeren terecht op prachtige stranden en mooie plaatsen, terwijl je één van de acht verschillende vliegers bestuurt. Maar dan slaat het weer ineens om. Op dat moment heb je het besef waar je nou eigenlijk mee bezig bent. Je bent virtueel vliegers aan het najagen en bovendien wil het maar niet meewerken. Al zwetende met een lichte zenuwtrek leg je de Move controller neer en merk je dat Kite Fight teveel fouten heeft om leuk te zijn.
Cijfer: 4.5