Dit zijn de vijf beste komedie films allertijden

Het kabinet heeft de coronamaatregelen weer flink aangescherpt en het lijkt er sterk op dat we de komende maanden met z’n allen nog veel thuis gaan zitten. Wij van XGN dachten dat jullie daarom wel een oppepper konden gebruiken en daarom bij dezen: de vijf beste komedies allertijden.

We beginnen deze top vijf met een relatief nieuwe film uit 2009, The Hangover. Een heerlijke komedie met Zach Galifianakis, Bradley Cooper en Ed Helms. De film was commercieel zo’n groot succes dat in 2011 The Hangover Part II in de bioscoop verscheen en uiteindelijk in 2013 zelfs The Hangover Part III.

Het verhaal is simpel, maar toch erg leuk. Het gaat over Doug die met drie vrienden naar Las Vegas gaat om een vrijgezellenfeest te houden. Het begint allemaal vrij onschuldig en ze feesten er wat op los, maar als ze de volgende ochtend wakker worden weten ze helemaal niks meer van de avond daardoor. Dat is op zichzelf nog niet zo’n ramp, maar wat wel een probleem is: Doug is kwijt, Stu mist een voortand, er ligt een tijger in de badkamer en er ligt een baby van zes maanden oud in de kast. Lukt het de gasten om alles weer op tijd recht te trekken en Doug op tijd naar z’n bruiloft te krijgen?

Op nummer vier staat een klassieker: Monty Python’s Life of Brian, want laten we eerlijk zijn in zo’n ranglijst kan Monty Python natuurlijk niet ontbreken. Het was voor ons lang twijfelen tussen deze Monty Python film en The Holy Grail, maar deze was wat ons betreft toch net iets beter. De mannen van Monty Python waren in de jaren ’70 en ’80 wereldberoemd met hun absurde humor. Mocht je ze nog niet kennen? Doe je zelf een plezier en zoek ze na het lezen van dit artikel Monty Python op YouTube op en je ligt gegarandeerd in een deuk.

In deze absurde film wordt met een hele grote knipoog het verhaal van Jezus Christus nagespeeld. Alleen gaat het hier niet om Jezus, maar om Brian die op dezelfde avond in het stalletje ernaast wordt geboren, waarna hij heilig wordt verklaard en als Messias wordt uitgeroepen. Dit tot grote ergernis van Brian zelf en ook de romeinen zitten helemaal niet op een Messias te wachten.

Op de derde plek vinden we een film van komiek en acteur Jim Carrey terug, en niet zomaar een film namelijk The Truman Show. Carrey brak begin jaren ’90 bij het grote publiek door met films als The Mask, Ace Ventura en Dumb & Dumber, maar z’n beste film maakte Carrey wat ons betreft een paar jaar later met deze prachtige komedie.

In de film speelt Carrey de ietwat burgerlijke Truman Burbank, Burbank heeft een prima leventje: leuke vrouw, goede baan, leuke vrienden etc. Alleen komt Truman langzaam tot het besef dat zijn leventje misschien iets té perfect is. En daar heeft Truman ook zeker gelijk in, hij blijkt namelijk het middelpunt te zijn van een populair Tv-programma. Truman is als baby ‘geadopteerd’ door een mediabedrijf en woont al heel z’n leven in een gigantische TV-studio, het dorp is nagemaakt, en al z’n vrienden, collega’s anderen zijn allemaal acteurs. Truman heeft in z’n leven/ serie zelfs een eigen oneliner:

En dan zijn we alweer bij de nummer twee en van de jaren ’90 gaan we verder terug in de tijd naar de jaren ’80 met Back to the Future. Deze klassieker uit 1985 mag natuurlijk niet ontbreken. De film had zoveel succes dat er de jaren daarna nog een deel twee en deel drie van gemaakt is.

In de film gaat de jonge Marty McFly samen met de oudere Doc Emmett Brown terug in de tijd, dit doen ze in een wagen die is omgebouwd als tijdmachine. De heren gaan in de eerste film dertig jaar terug in de tijd naar 1955. Dit klinkt allemaal nog leuk en spannend, maar dan zorgt hij er per ongeluk voor dat ze moeder op hem verliefd wordt in plaats van zijn vader. Waarna hij dit moet zien terug te draaien, want anders zou hij nooit geboren worden. Ondertussen moet McFly met Doc er ook weer voor zorgen dat ze terug kunnen naar 1985.

Tot slot nummer één, de film die wat ons betreft de beste komediefilm ooit is. En wie dacht dat we weer terug naar het nu gingen heeft het goed mis, onze nummer één is namelijk ruim 80 jaar oud. De film komt uit 1940 en dan kunnen we het natuurlijk maar over één film hebben: Charlie Chaplin’s The Great Dictator. Eerlijk is eerlijk het kan een lange zit zijn om naar een ruim twee uur durende film in een niet al te snel tempo te kijken, maar daar krijg je ook humor op Champions League niveau voor terug én misschien wel één van de sterkste filmverhalen die er ooit gemaakt is.

Sir Charlie Chaplin was begin vorige eeuw dé grote ster op het gebied van stomme films, maar ook wist hij enkele prachtige films te maken waarin wel gesproken werd, waaronder deze klassieker. De film uit 1940 wordt gezien als een soort waarschuwing tegen het gevaar van Adolf Hitler en Nazi-Duitsland, en wat had Chaplin achteraf helaas toch gelijk.

Het verhaal gaat over een Joodse barbier die na de eerste wereldoorlog last heeft van geheugenverlies. Na dat hij jaren in het ziekenhuis heeft gelegen, wordt hij daaruit eindelijk ontslagen maar treft hij zijn winkel aan in een wijk die in negatief opzicht enorm is veranderd. Ondertussen in het land onder het bewind gekomen van dictator Hynke, die als twee druppels water op hem lijkt. Een officier heeft genoeg van de dictator en plant een aanslag tegen de bewindvoerder, waarna hij steun zoekt bij de arme Joodse barbier.

De meest beroemde scéne uit de film is zonder twijfel de speech die Chaplin geeft aan het eind van de film: