De 25 meest teleurstellende PlayStation 3 games

Article
donderdag, 17 oktober 2013 om 18:00
xgn google image
Na de top 25 van de beste PlayStation 3 games, is hier nu de lijst met de 25 meest teleurstellende PlayStation 3 games. Wellicht een iets moeilijkere opgave, maar desondanks toch te doen. Hieronder mijn 25-delige special van geflopte, mislukte en ronduit paupergames die de PS3 ons de afgelopen jaren gebracht heeft. Overigens: zoals de titel van dit artikel al aangeeft, gaat deze special over PS3-games die in mijn ogen tegenvielen. Dit betekent dus niet dat alle 25 genoemde games per definitie slechte games zijn.
25. Assassin's Creed III (2012)
Waarschijnlijk niet echt een titel die je zou verwachten in een lijstje met teleurstellende PS3-games. Desalniettemin betekende Assassin's Creed III voor veel fans van de serie een domper. De grootschalige en tot in de puntjes verzorgde miljoenensteden als Florence, Venetië en Toscane uit Assassin's Creed II, Rome uit Brotherhood en Constantinopel uit Revelations maakten plaats voor de achttiende eeuwse 'groeikernen' New York en Boston. Een beetje alsof je van het altijd bruisende Amsterdam naar een dorpje in Zuid-Limburg verhuist. Een van de leukste features in de Assassin's Creed serie is de mogelijkheid om vrijwel elk gebouw te beklimmen, aan plantenbakken, lantaarns en andere voorwerpen te kunnen slingeren en om als een ware freerunner de stad als een speeltuin aan je voeten te hebben. Helaas beperkte dit belangrijke en vermakelijke aspect zich in deel 3 tot enkele kerkjes en andere monumentale gebouwen. Niet langer kan je à la I'm the top of the world! helemaal bovenop legendarische bouwwerken als de Hagia Sophia, het Colosseum of de Sint Pieterskerk klimmen, maar besloegen de hoogste plekken in AC3 nog niet de helft van de epiek in de vorige delen. De toevoeging van de Frontier (de onverkende Amerikaanse wildernis in de 18e en 19e eeuw) was wel leuk gedaan, maar ook dat kon niet verhullen dat Assassin's Creed III toch echt het minste deel van de serie is geworden.
24. Gran Turismo 5 (2010)
Een andere, niet bepaald vanzelfsprekende, tegenvaller was Gran Turismo 5 in 2010. Na het belachelijke full-priced 'voorproefje' Prologue in 2008, moest ontwikkelaar Polyphony Digital wel met iets heel goeds op de markt komen, wilde men de fans tevreden stellen. Na bijna tien keer uitstellen, zag Gran Turismo 5 in november 2010 dan toch eindelijk het levenslicht. De graphics waren om van te smullen, er zaten meer auto's in dan de gemiddelde multimiljardair zich kan veroorloven en zelfs het interieur van honderden bolides werd tot in de kleinste details geperfectioneerd door geestesvader Yamauchi. Al deze grafische pracht kon echter niet verhullen dat de gameplay an sich nog het meest overeenkwam met het halen van een rijbewijs: saai, repetitief, een verplicht nummertje. Men neme een derderangs familiewagon, en pas na vele tientallen uren heb je pas die auto te pakken waarvoor je Gran Turismo koopt: om te scheuren als een echte wegpiraat - weliswaar keurig binnen de lijntjes van de wel erg steriele parcoursen. Nee, Gran Turismo 5 had veel meer kunnen zijn dan dit eindproduct.
23. Medal of Honor (2010)
De wederopstanding van de dertien-in-een-dozijn, in de Tweede Wereldoorlog plaatsvindende first-person shooterfranchise Medal of Honor beloofde in 2010 veel goeds. WO2 maakte plaats voor een hedendaagse setting: het Midden-Oosten is de place to be in deze bijdetijdse FPS. Ontwikkelaar Electronic Arts huurt zelfs de 'supergeheime supersoldaten' van de Tier 1-divisie in als consultanten, om Medal of Honor zo natuurgetrouw mogelijk vorm te geven. Op papier lijkt dit in potentie een knaller van jewelste, maar de realiteit blijkt anders uit te pakken: de singleplayer speel je moeiteloos binnen een tijdsbestek van zo'n vier uurtjes uit, alle hedendaagse FPS-clichés worden uit de kast gehaald, de multiplayer voelt gerusht en Medal of Honor lijkt vooral op een door onzekerheid en wanhoop uit elkaar getrokken, identiteitsloos grijs gebied tussen de twee succesvolle shooterseries vandaag de dag, te weten Call of Duty en Battlefield. Net als de vroegere setting had Medal of Honor zelf ook beter in het verleden kunnen blijven.
22. Final Fantasy XIII (2010)
In 2010 verscheen de langlopende JRPG-serie Final Fantasy dan eindelijk voor de PlayStation 3. Torenhoge productiewaarden, schitterende CGI-filmpjes en een meeslepend vechtsysteem zouden de serie naar een hoger niveau moeten tillen. Jammer genoeg mondde deze eerste FF-game in deze generatie uit in een lineair, repetitief en niet erg diepgaand spelletje. Met buttonbashen kon je in de meeste gevechten een heel eind raken, wat de potentieel innovatieve toevoeging Paradigm tijdens de gevechten niet van grote waarde liet blijken. Ook het verhaal was niet bijster boeiend; al met al kun je de vele tientallen uren die je nodig hebt om FFXIII tot een goed einde te brengen, beter in andere zaken steken. Zoals een goede game.
21. James Bond 007: Blood Stone (2010)
De laatste écht goede James Bond game lag ondertussen alweer een flinke tijd achter ons - James Bond 007: Nightfire verscheen in 2002. GoldenEye 007 voor de Nintendo 64, stammend uit 1997, heeft een legendarische cultstatus verworven. Maar na de matige filmgame Quantum of Solace in 2008, was het helaas ver gedaan met de gamecarrière van de Britse meesterspion. James Bond 007: Blood Stone is een aaneenschakeling van ronduit matige gameplay, met ondermaatse cinematografische tussenstukjes die nog niet de kleine teen van inspiratiebron Call of Duty mogen kussen. De schietactie is ook allesbehalve om over naar huis te schrijven. Bond, James Bond kan zijn cv beter tot het witte doek beperken.
20. Ninja Gaiden 3 (2012)
Na het meesterlijke Ninja Gaiden uit 2004 en het bijna net zo briljante Ninja Gaiden II uit 2008, kregen we in 2012 te maken met Ninja Gaiden 3. Alles wat de Ninja Gaiden serie zo cool maakt - de brute gameplay in de vorm van afgehakte ledematen en rondspuitend bloed, de originele eindbazen en vooral de zeer hoge moeilijkheidsgraad - leek in deel 3 vrijwel van de aardbodem verdwenen. De ooit zo geweld(dad)ige franchise Ninja Gaiden maakte de commerciële knieval. De moeilijkheidsgraad was drastisch omlaaggeschroefd, ledematen bleven ook na meerdere zwaardslagen aan een lichaam plakken... Ninja Gaiden 3 is weliswaar geen slechte game, maar het ontbreekt dit product aan alles wat deel 1 en 2 zo cool maakte.
19. Saints Row: The Third (2011)
In 2006 verscheen Saints Row, in principe de eerste waardige concurrent van die andere sandbox-game: Grand Theft Auto. De originele opzet, het infiltreren en steeds hogerop komen in de gang van The Saints, wist veel gamers aan zich te binden. In 2008 borduurde Saints Row II hier succesvol op voort. Drie jaar later, in 2011, verscheen Saints Row: The Third. Als een donderslag bij heldere hemel leek developer Volition op plotselinge wijze de meest debiele dingen aan de serie toegevoegd te hebben: zombies, clowns, menselijke kanonnen en gekke Japanse spelshows. Op het eerste gezicht lijkt en is dit een leuk alternatief op de wat serieuzere GTA-franchise. Echter, na een paar uur verkeren in de spelwereld van Saints Row: The Third, verworden al deze rariteiten steeds meer tot een ondoordachte en irritante brei van slechte ideeën. Niet zo vreemd dus, dat veel gamers The Third gekscherend The Turd noemden.
18. Need for Speed: The Run (2011)
Nadat de Need for Speed serie na het briljante Underground 2 en Most Wanted in de jaren daarna wat mindere tijden kende, verscheen in 2010 het succesvolle en geslaagde Hot Pursuit, een ode aan de old school Need for Speed games waarin gevlucht werd voor de politie. Na dit voorlopige hoogtepunt, kwam EA in 2011 aan met The Run: een game die vernieuwing in de serie moest brengen door middel van cutscenes. Cutscenes in Need for Speed, what the...? Jammer genoeg voor de fans bleek dit geen grap te zijn, en kregen we vervolgens te maken met middelmatig geregisseerde tussenfilmpjes, waarin de hoofdpersoon bijvoorbeeld uit zijn auto moest springen, zichzelf door een gebouw moest manoeuvreren, om vervolgens weer in zijn racekar te belanden. Vergezocht? Een beetje wel, ja. Goed uitgewerkt? Allerminst.
17. L.A. Noire (2011)
Op het cv van de Amerikaanse ontwikkelaar Rockstar valt weinig tot niks aan te merken, behalve dan dat alles wat men maakt in goud verandert. Van Rockstars loopband rollen normaliter alleen hoogwaardige producties, dat is een algemeen bekend gegeven binnen de gamesindustrie. Totdat LA Noire op de markt kwam, tenminste. Nu moet wel gezegd worden dat Rockstar inhoudelijk slechts een kleine bijdrage aan het geheel heeft geleverd; verreweg het meeste werk is verricht door Team Bondi. Bovendien moet ik hierbij vermelden dat LA Noire allesbehalve een slechte game is; het concept is erg origineel - los misdaden op met behulp van het verhoren van verdachten die ongelooflijk gedetailleerde gezichtsuitdrukking tot uiting brengen - en de missies zijn onderhoudend en gevarieerd. Toch is de grootste kritiek op LA Noire dat veel gamejournalisten het belangrijkste aspect van de game - het verhoren - saai en middelmatig vinden. Een kleine smet op het blazoen van Rockstar, maar ook niet meer dan dat.
16. Final Fantasy XIV (2010)
Net als deel 13 verscheen Final Fantasy XIV in het jaar 2010. Net als deel 11 was FFXIV een Massive Multiplayer Online Role-Playing Game (MMORPG) waar maandelijks voor betaald moest worden. En net als FFXIII bleek deeltje 14 tegen te vallen - zij het in veel grotere mate. Deze MMORPG was namelijk verre van af: de structuur was ver te zoeken, de servers lieten het regelmatig afweten en het aantal spelers nam rampzalig snel af, waardoor de spelwereld al binnen enkele weken in een niemandsland veranderde. Ontwikkelaar Square-Enix beloofde beterschap en werkte als een malle aan fixes, updates en patches en bood zelfs een maand gratis gametijd aan om het leed bij de gamers te verzachten, maar het mocht niet baten. Saillaint detail bij Final Fantasy XIV is dat de geplande PlayStation 3 versie in feite nooit verschenen is door alle bovenstaande problemen in de PC versie. Waarom FFXIV dan toch in deze lijst staat, is dus gebaseerd op het gegeven dat de game wel degelijk klaar was om naar de winkels verscheept te worden.
15. Army of Two: The 40th Day (2010)
De exclusieve coöperatieve shooter Army of Two: The 40th Day verscheen in 2010 voor de PlayStation 3. De gedachte erachter is leuk: twee stoere gasten met een nog stoerder masker, die zich zonder enige vorm van diepgang overal doorheen schieten om het einde van de verhaallijn te bereiken. Waar Sony met Killzone en Resistance twee geduchte first-person-shooter concurrenten heeft voor Halo op de Xbox 360, laat Sony het op het gebied van third-person-shooters een beetje afweten. Microsoft heeft de ijzersterke Gears of War franchise immers in bezit. Sony's exclusieve Army of Two serie mag met zijn twee gemaskerde mannetjes en matige schietactie bij lange na niet in de schaduw staan van Xbox-iconen Marcus Fenix en Dominic Santiago.
14. The Lord of the Rings: Conquest (2009)
Waar de filmgames van The Lord of the Rings, The Two Towers en The Return of the King, nog wel te pruimen waren, zeker voor een filmgame, schoot TLotR: Conquest bij velen in het verkeerde keelgat. Zo slaagt de - inmiddels opgeheven - ontwikkelaar Pandemic er niet in om de epicness van de trilogie naar de game te vertalen. De bloedstollend epische veldslagen uit de films komen in de game naar voren op een saaie, herhalende en allesbehalve uitdagende manier. Verder zijn de graphics van Conquest niet om aan te zien, en oogt een gevecht tussen een nietige Hobbit en de extreem brute eindbaas Sauron gewoon lachwekkend. The Lord of the Rings: Conquest is al met al een schandalig product, helemaal wanneer je het naast de drie klassiekers van de filmtrilogie legt.
13. Heavenly Sword (2007)
Heavenly Sword, een van de eerste grote games voor de PlayStation 3, had heel veel kunnen zijn. Zo ziet de game er ook zes jaar na release nog prachtig uit, beschikt de game over een stoer vrouwelijk hoofdpersonage en komt de actie op spectaculaire wijze in beeld. De grote valkuil hierbij is echter dat datgene wat je ziet niet synchroon hoeft te lopen met hoe je Heavenly Sword speelt en ervaart. Vooral de grote hoeveelheid Quick Time Events gaat na verloop van tijd gewoon vervelen. De eerste indruk van Heavenly Sword is goed, maar des te meer je in de game duikt, hoe sneller je erachter komt dat het innerlijk belangrijker is dan het uiterlijk. Daar kan zelfs de goeduitziende protagonist Nariko niets aan veranderen.
12. Duke Nukem Forever (2011)
Na een uitzonderlijk lange ontwikkelingsfase van maar liefst 13(!) jaar, het meerdere malen wisselen van engine achter de game, het faillissement van oorspronkelijke ontwikkelaar 3D Realms middenin de ontwikkeling van de game en de ronduit achterlijke keuze om het mapdesign vòòr het verhaal te produceren, verscheen in 2011 dan eindelijk het langverwachte Duke Nukem Forever. Ontwikkelaar Gearbox, bekend van Brothers in Arms en Borderlands, heeft de laatste fase van de game onder handen genomen. Maar zelfs deze veteranen konden niet veel meer maken van dit regelrechte wanproduct, dat toch echt een keer naar de winkels moest. Duke Nukem heeft in de loop der jaren een ware cultstatus opgebouwd, vooral door het feit dat Duke Nukem 3D de eerste echte driedimensionale first-person shooter was, maar ook door de puberale humor met volop verwijzingen naar seks, drank en andere dingen die God verboden heeft. En tja, met een ontwikkeltijd van 13 jaar kon Duke Nukem Forever eigenlijk alleen nog maar tegenvallen.
11. Dark Void (2010)
Dark Void leek in potentie een leuk idee: verticale shooteractie. De daadwerkelijke uitwerking hiervan was echter niet minder dan om te janken. Technische problemen waren aan de orde van de dag, de game voelde ontzettend gerusht en dus onaf, het verhaal was totaal niet boeiend en veel te kort en het enige positieve wat veel recensenten over Dark Void konden opmerken was de innovativiteit van de jetpack, een belangrijke factor tijdens de gameplay. Ondanks dat lichtpuntje is Dark Void absoluut een game waar je ver vandaan moet blijven, tenzij je van slecht uitgewerkte games houdt, natuurlijk.
10. Turok (2008)
Turok is een origineel opgezette game: behalve twee rivaliserende groeperingen, komt in deze game nog een speciale derde groep om de hoek kijken: de dinosauriërs. Zo zul je dus niet alleen voor menselijke, maar ook voor de fossiele vijanden moeten uitkijken. Met je uiterst brute explosieve pijl en boog breng je mens en dinosaurus op de meest gruwelijke wijze om het leven. Tot zover de positieve punten van Turok; qua negativiteit valt er namelijk veel meer te vertellen over dit spel: een flinterdun 'verhaal', ondermaatse graphics, regelmatige glitches, waardeloze camera, een ronduit slecht ondersteunde multiplayer en onlogisch geplaatste checkpoints. Vooral de AI, toch een van de belangrijkste punten in een game waarin dinosauriërs je aartsvijand vormen, laat flink te wensen over. Net als dinosauriërs had de Turok-serie er beter aan gedaan door in het verleden te blijven hangen.
9. Star Wars: The Force Unleashed II (2010)
In 2008 verscheen na jaren van mindere Star Wars games ineens The Force Unleashed: in deze game speelde je als de kloon Starkiller, de protegé van niemand minder dan Darth Vader himself. Behalve rotklusjes mocht je voor deze baas genoeg zoethoudende gevechten, platformelementen en andere 'werkzaamheden' uitvoeren. Helaas kwam aan dit sterke begin van een mogelijke trilogie in 2010 abrupt een einde, toen The Force Unleashed II ten tonele verscheen. In slechts negen maanden had ontwikkelaar LucasArts deze game uitgepoept, en de gevolgen daarvan waren niet te overzien. Een singleplayer die slechts vier à vijf uur kostte om te voltooien, een ongeïnspireerd verhaal en over het algemeen een game die meer gebreken toonde dan de luchtwegen van Darth Vader. Na korte tijd bleek dit falen vooral te komen door een chaotische wisseling van directeuren bij LucasArts, een hoge werkdruk en de financiële prioriteit ten opzichte van kwaliteit. Ontzettend jammer dat dit zo gelopen is. Wie weet kunnen we van het door Disney overgenomen bedrijf van Star Wars bedenker George Lucas ooit nog een derde deel verwachten, dat wél aan de verwachtingen voldoet.
8. Naughty Bear (2010)
Een van de slechtste games van 2010 was zonder twijfel Naughty Bear, een inwisselbare, ongeïnspireerde en bovenal slecht uitgewerkte third-person actiegame van uitgever 505 Games. De gameplay verliep stroef en niet bijster boeiend en het door een kinderlijke sfeer verbloemde geweld voegde weinig tot niets aan de totale ervaring toe. Elk woord dat aan dit wanproduct vuil wordt gemaakt, is er eigenlijk één teveel.
7. Haze (2008)
Dankzij de toevoeging van het unieke gameplayelement Nectar, waarmee je als hoofdpersoon andermans hersenen kon controleren en gevechtstechnische voordelen kon ontvangen, leek Haze in 2008 een veelbelovende FPS te worden. Slecht leveldesign, inwisselbare personages, matige AI, een lachwekkend slecht verhaal, een overdosis aan glitches, vreemde animaties en de veel te korte singleplayer zorgden echter voor een compleet ander resultaat dan veel gamers aanvankelijk van Haze verwachtten. Een gemiste kans.
6. MindJack (2011)
In 2011 verscheen de verre van originele third-person shooter MindJack. Deze ongeïnspireerde samenhang van slecht uitgewerkte concepten kende een pijnlijk ondermaats verhaal, lelijke graphics en betreurenswaardige gameplay. Zelfs de controls werken nauwelijks mee in deze paupergame. Nee, eigenlijk klopt er helemaal niets in MindJack. Laat je verstand alsjeblieft niet gestolen worden door deze dampende drol die zichzelf een game noemt.
5. Tokyo Jungle (2012)
Het idee achter Tokyo Jungle is briljant: kruip in de huid van een van de honderden speelbare dieren, die een postapocalyptisch Tokyo bevolken, waarin de mens geheel afwezig is. Baan je een weg door complexe en gevaarlijke voedselketens, zorg dat je jezelf in begrippen à la survival of the fittest en natural selection in leven kunt houden en vlucht met deze game lekker weg van het afschuwelijke wezen genaamd de mens. In potentie klinkt Tokyo Jungle bijna als de ultieme game, maar helaas laat het eindresultaat te wensen over met werkelijk spuuglelijke graphics die rechtstreeks uit het tijdperk van de allereerste PlayStation afkomstig lijken te zijn. Daarbij heeft Sony het gore lef om geld te vragen voor een groot deel van de speelbare diersoorten, terwijl Tokyo Jungle toch echt pas leeft na de aanwezigheid van een grote biodiversiteit. Nogmaals, het idee achter Tokyo Jungle is niets minder dan een briljante ingeving, maar vooral de presentatie van dit naar een game vertaalde hersenspinsel doet grote afbreuk aan de geloofwaardigheid van het feit dat deze 'Medusa' der videogames toch echt door mensenhanden gemaakt is.
4. Need for Speed: Prostreet (2007)
In het jaar 2007 kreeg ik voor Sinterklaas het spelletje Need for Speed: Prostreet. Slechts een paar dagen na release mocht ik de disc al in mijn console stoppen om hier eens flink mee aan de slag te gaan. Na tien minuten begon ik echter al lichtelijke verwensingen naar de Goedheiligman te spuwen. Hoe heeft dit wanproduct, vermomd in prachtig vormgegeven pakpapier, in vredesnaam mijn huiskamer mogen betreden? Ik ben de Sint eeuwig dankbaar voor zijn vrijgevigheid, maar door games als Need for Speed: Prostreet loopt een gemiddeld kind een dusdanig trauma op dat die ouwe Spanjaard zijn Pieten het daaropvolgende jaar geheid naar Nederland kan sturen om de inmiddels volledig oncontroleerbare kinderen een paar fikse klappen met de roe toe te kennen. Nu is dit natuurlijk een enigszins overdreven voorstelling van de gevolgen die Need for Speed Prostreet voor een doorsnee Nederlander heeft, maar zwak deze versie van de 'zaak-Prostreet' op zijn beurt ook weer niet teveel af. Het is werkelijk onbegrijpelijk hoe dit ooit door de keuring van uitgever Electronic Arts heeft kunnen komen. Je doet letterlijk niets anders dan dezelfde rondjes over hetzelfde circuit in dezelfde volgorde en herhaling in dezelfde auto rijden, terwijl je je bevindt op een of ander compleet debiel circusterrein, zonder dat daar enige toelichting of uitleg bij wordt gegeven. Het is dat ik in 2007 ook nog andere cadeautjes kreeg - die wél leuk waren, anders had dat hele Sinterklaasfeest wat mij betreft pertinent afgeschaft mogen worden.
3. Ride to Hell: Retribution (2013)
Over Ride to Hell: Retribution kan ik vrij kort zijn: dit product is een keiharde belediging tegenover de bikerscultuur. Dit product is de reden dat bikers regelmatig in een slecht daglicht komen te staan. Dit product zorgt ervoor dat sommige van die bikers compleet ontsporen en zich inlaten met criminele activiteiten. Dit product verwoest levens en bezorgt mensen trauma's en depressies. Werkelijk niets in Ride to Hell: Retribution is goed uitgewerkt: het verhaal, de personages, de graphics en de gameplay; het klopt allemaal van geen kant. Ik stel voor dat de Hell's Angels samen met Satudarah eens flink gaan huishouden bij uitgever Deep Silver, die deze zogenaamde 'game' zonder enig respect voor welke bevolkingsgroep dan ook op de markt heeft gebracht.
2. Fast & Furious: Showdown (2013)
Waar het bovengenoemde Ride to Hell: Retribution de gehele bikerscultuur te schande maakt, geldt dit in het geval van Fast & Furious: Showdown voor de racecultuur. Hoewel de F&F films weliswaar overgeschaduwd worden door quasi-stoere personages, onrealistische scenario's en een veelvoud Hollywood-clichés die gedurende de perikelen van hoofdpersonen Dominic Toretto en Brian O'Connor worden aangehaald, vormen deze bioscoopervaringen toch steevast geslaagd entertainment voor de gemiddelde ziel. In gamevorm vormen de bekende stereotype coureurs en hun ervaringen echter een levenservaring zum kotzen: verschrikkelijk slechte physics tijdens het racen, schietactie die om te janken is, missies die bedacht lijken te zijn door een lobotomiepatiënt, leveldesign dat voor een moment de zin van het leven voor je neus lijkt aan te rijden en voice-acting die klinkt alsof met name de acteur in de films, Vin Diesel, zojuist een overdosis van het in de films veelgebruikte turbogas dikstikstofoxide heeft ingeademd.
1. Rogue Warrior (2009)
Een lichte depressievorm maakt zich voor enkele seconden meester van mij wanneer ik alleen al denk aan Rogue Warrior, dat in 2009 verscheen. Dat deze hoop stront ooit voor 60 euro in de winkels heeft gelegen, maakt me nog steeds kwaad. Ontwikkelaar Rebellion, sowieso al een bedrijf dat niet bepaald een sterk cv kent met troep als Alien vs. Predator, Shellshock 2 en Sniper: Ghost Warrior, leverde met Rogue Warrior in potentie niet alleen de slechtste game af voor de PlayStation 3, maar wellicht zelfs de slechtste game die de wereld ooit gekend heeft. De singleplayer duurt letterlijk niet veel meer dan een uur, de graphics stammen ogenschijnlijk uit 1989, de voice-acting doet je schreeuwend verlangen naar de personen die aan het woord zijn in commerciële tv-producties als Sterren springen en Echte meisjes in de jungle, en de naam van zowel acteur Mickey Rourke, die de stem van de hoofdpersoon inspreekt, als de inspiratiebron van deze game, de autobiografie van ex-Navy SEAL en Vietnam-veteraan Richard Marcinko, wordt door Rogue Warrior dusdanig schade berokkend dat de nummer 1-positie voor dit trauma uit het verleden de enige prijs is die het verdient.
Andere games die tegenvielen maar deze top 25 niet gehaald hebben, zijn bijvoorbeeld Turning Point: Fall of Liberty (2008), Aliens: Colonial Marines (2013), Brothers in Arms: Hell's Highway (2008), X-Men: Destiny (2011), Spider-Man 3 (2007), Pro Evolution Soccer 2011 (2010), Lost Planet 3 (2013), Call of Duty: Modern Warfare 3 (2011) en Lair (2007).