Horrormaand - Negen horrorfilm clichés die we nu wel gezien hebben

Article
donderdag, 17 oktober 2013 om 19:00
xgn google image
Horrorfilms kunnen erg leuk zijn, vooral als ze iets origineels weten te brengen. Helaas schijnt dat nogal een groot probleem te zijn voor veel filmmakers. Vooral slashers weten zelden iets nieuws te brengen. Deze films brengen zo vaak hetzelfde dat de clichés niet meer op drie handen te tellen zijn. Wij hebben er negen uitgezocht die we nou al zo vaak gezien hebben, dat het wel eens tijd wordt voor iets anders.
De slet, de sporter, de maagd, de nerd en de feestganger
Het casten van een horrorfilm vergt niet veel originaliteit. In tal van horrorfilms zijn het altijd dezelfde typetjes die voor het grote spektakel moeten zorgen. Zo is er altijd een losbandige dame aanwezig die aan de laatste looks voldoet om het mannelijk publiek aan te trekken. Dat publiek wordt al helemaal verwend als ze na een korte tijd met de lokale sportheld het bed in duikt. Dat ze er maar van genieten, want beiden zullen de tweede helft van de film niet overleven. Hetzelfde geldt voor de stoner die op iedere feestje aanwezig is. Dan blijven de maagd en de nerd over als ‘buitenbeentjes’, die uit de klauwen van de slechterik(en) moeten blijven. Ja ja, dat hebben we nou wel gezien. Hoe moeilijk kan het zijn om unieke karakters in een film te schrijven?
Onheilspellende locaties
Met de gebruikelijke cast compleet, is het tijd om af te trekken naar een afgelegen hutje bij een meer. Een verlaten gekkenhuis, kerkhof of landhuis behoren ook nog tot de opties. Wie komt er nou op het idee om daar gezellig met zijn allen naartoe te gaan? Boeit het dan ook niemand dat er in dat donkere woud meer mensen verdwijnen dan dat er uitkomen? Die gestoorde bediende bij het tankstation waar je de weg ging vragen zei het nog. Het Dood-en-Verderf-bos is geen plek voor feestjes. We hebben tegenwoordig iets dat Google heet. Geen reden dus om niet te weten dat daar een beruchte broedplek is voor maniakale psychopaten.
“Laten we uit elkaar gaan.”
Maar goed, het is niet voor niets een horrorfilm, dus er zal toch het een en ander moeten gebeuren. En daar zit je dan met je stereotype vrienden in een hutje ver van de bewoonde wereld. Vijf á zes personen tegen één slechterik, die kansen zijn niet eens zo slecht. Tot er iemand roept “Laten we uit elkaar gaan!” Ja, een briljant idee. Geef de moordenaar de kans om iedereen een voor een af te maken. Niet elkaars rug dekken zodat je niet onverwachts slachtoffer nummer zoveel wordt, nee, lekker in je eentje door een donkere omgeving sluipen terwijl je vrienden vermoord worden. Dat helpt vast om het individuele moreel op peil te houden.
Nieuwsgierigheid is een goed iets, toch?
Blijkbaar werkt het wel, want behalve de gilletjes hier en daar lijkt niemand bang te zijn om op onderzoek uit te gaan. Geen moordenaar in de buurt? Mooi zo, dan kun je mooi zijn ondergrondse schuilplek besnuffelen. Je zou natuurlijk ook dat bos uit kunnen rennen, maar wie heeft daar nou zin in? Bovendien kun je zo mooi iets meer te weten komen over de slechterik, want je weet nooit wanneer dat van pas komt. Dan moet je natuurlijk wel doe boel netjes houden zodat je de moordenaar niet nog bozer maakt.
Kijk niet in de spiegels!
Terwijl de slechterik zijn spulletjes opruimt, kunnen de nog levende karakters even bijkomen in het hutje. Jezelf even opfrissen in de badkamer is aan te raden, want al dat bloed op je is geen prettig plaatje. Kijk vooral even in het medicijnkastje boven de wastafel. Het deurtje met de spiegel erop gaat dicht en BOE, daar staat opeens iemand in de achtergrond. Nu is het de keus om de lucht in te springen of om dezelfde actie te herhalen zodat de slechterik weer mysterieus kan verdwijnen. Gaap!
BOE! … Vals alarm
De echte cliché scenarioschrijver kan ook iemand uit de hechte vriendenkring in de hierboven genoemde spiegel laten verschijnen. Haha, schrok je om niets. Leuk hoor… En dan komt de nieuwsgierigheid weer terug wanneer je ergens een deur piepend open hoort gaan. Meteen er op af natuurlijk! De muziek zwelt aan, de handjes worden klam, je schuifelt centimeter voor centimeter vooruit en BAM: het is een zwerfkat of het een of ander. Anticlimax van de eeuw. Dat nog niemand anders bedacht had om dat te doen. Oh wacht…
Auto’s werken nooit mee
Gelukkig heb je nu wel een kans om te ontsnappen. Je vrienden zijn toch al dood, dus je besluit ervandoor te gaan. Snel naar de auto voordat de slechterik je ziet. Zorg eerst maar dat je de sleutels in de ontsteking krijgt zonder ze te laten vallen en daarna is het duimen. Het zou zomaar eens kunnen dat de auto waarmee je gekomen bent spontaan niet meer werkt. Misschien heeft de slechterik de remkabels doorgeknipt of de benzinetank leeg laten lopen, maar een ding is duidelijk: je zult niet ver komen met de auto.
Ga nou eens dood!
Als je niet kunt ontsnappen zul je moeten vechten. Je zult alles moeten geven om de slechterik voor eens en voor altijd uit te schakelen. Sla hem met op zijn kop met een breekijzer, steek hem met een keukenmes, trap hem van een heuvel af. Al doe je nog zo je best, het zal waarschijnlijk tevergeefs zijn. Moordenaars gaan niet zo gemakkelijk dood, dus zul je met een uitgebreid plan moeten komen om hem om te leggen. En als de grand finale voorbij is en de baddy eindelijk het spit heeft gedolven… steekt hij een arm uit of opent hij zijn ogen. Over twee jaar mag je hem in een nieuwe film verwachten.
Nog nooit een film gekeken
Keken hoofdpersonen in een film zelf af en toe ook maar eens een film. Dan hadden ze geweten dat je altijd moet checken of iemand echt dood is. En dan niet zorgzaam je oor tegen zijn hart leggen om te luisteren of er nog iets tikt, maar met een extra kogel door het hoofd. Was de slechterik een zombie geweest dan zou het al helemaal erg worden. Dat je zombies vermoordt door het brein te vernietigen, is algemene kennis. In films heeft helaas nog nooit iemand van een zombie gehoord en weten ze pas waar een ondode tot toe in staat is wanneer er voor hun neus drie man opgegeten worden.

Populair Nieuws