Column: Is PlayStations Project Q een meesterzet in vermomming?

Tijdens de PlayStation Showcase maakte Sony haar nieuwste accessoire dan eindelijk officieel. Project Q is daadwerkelijk in ontwikkeling, een handheld-apparaat dat alleen middels streaming werkt en gekoppeld wordt aan je PlayStation 5. De reacties waren allesbehalve positief, maar is het apparaat direct gedoemd te floppen of juist een meesterzet in vermomming?

In eerste instantie zou je zeggen dat Project Q gedoemd is om te falen. Dat begrijpt ondergetekende ook wel. Wie de showcase keek dacht waarschijnlijk: “Waarom heeft PlayStation een DualSense door midden gesneden en er een scherm tussen geplakt?”. Het is een terechte vraag, maar ook wel heel negatief.

Dat sentiment is alleen wel te begrijpen. De PlayStation Showcase van 24 juni liet veel fans met een nare smaak achter. Na anderhalf jaar besloot Sony voor het eerst haar Showcase-format terug te brengen en die shows zitten doorgaans vol met gigantische aankondigingen en dus was de hype groot. Er werd alleen niet geleverd waar fans op zaten te wachten en dus werd de show van Sony online afgebrand.

Dat gold ook voor Project Q. Het aangekondigde product komt totaal niet overeen met de wensen en dromen van fans die liever een daadwerkelijke handheld van Sony hadden gezien. Die was er alleen al tijdens de PS3/PS4-generaties: de PlayStation Vita. Die handheld flopte alleen enorm doordat niemand het kocht, dus het is geen wonder dat PlayStation wat anders probeert.

Dan is er het design zelf. Project Q ziet eruit als een DualSense die doormidden is gebroken om er een scherm tussen te plakken. Het ziet er niet uit en het oogt wel heel raar. Aan de andere kant voelt het apparaat in de hand waarschijnlijk enorm comfortabel en dat is precies de bedoeling.

Hoe heerlijk de Switch ook is, kan niet ontkend worden dat de Joy-Cons vrij klein zijn en niet de meest comfortabele controllers zijn. Dat lijkt met Project Q wel anders te zijn, want in principe heb je dezelfde controller in je handen die je voor al je PS5-games gebruikt op de console als wanneer je met Project Q speelt.

Wel zijn er terechte vragen over hoe duurzaam het apparaat is, want de controller die zo op de zijkanten van een scherm lijkt geplakt oogt niet heel sterk. Er zijn dan ook vragen over of je de handheld wel mee kunt nemen naar een andere plek, omdat je dan het apparaat bij vervoeren dan misschien breekt. Dat is nou juist het ding, Project Q is bedoeld voor thuis!

Sony wil je iets voorschotelen om mee te gamen wanneer iemand anders de televisie in gebruik heeft. Het doet zelfs denken aan Nintendo’s idee rondom de Wii U. Toegegeven, die console flopte enorm, maar met de Switch liet het bedrijf vervolgens zien dat het oorspronkelijke idee niet slecht was. Nu wil PlayStation inhaken op haar eigen manier.

De praktische functie van Project Q lijkt wat dat betreft op die van de Logitech G Cloud, een handheld waarmee je games kunt streamen. Het grote verschil is alleen dat je met Sony’s apparaat de handheld verbindt via WiFi met de PlayStation 5. Je bent dus op twee manieren afhankelijk van je internetverbinding, zowel hoe goed je console verbonden is als de verbinding van de handheld.

Hierdoor zijn de zorgen rondom de latency direct groot en terecht. De games die Sony liet zien met Project Q, was een actievolle titel in de vorm van God of War Ragnarok. Dat is een opvallende keuze, want titels met turn-based combat of die simpelweg iets minder leunen op latency hebben de grootste kans op slagen.

Het zijn games als Persona 5 en Diablo IV waarbij je minder afhankelijk bent van de reactietijd van de speler. Natuurlijk is het toffer om de handheld te tonen met God of War Ragnarok of Marvel’s Spider-Man 2, maar het concept rust volledig op hoe goed de uitvoering is en dat verschilt door latency voor iedereen.

Nu is de internetverbinding in Nederland over het algemeen een stuk beter dan in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. De kans van slagen voor het apparaat is in Nederland op dat vlak een stukje groter, mits PlayStation de juiste doelgroep weet aan te spreken. Je moet klanten immers over de streep trekken die ook gewoon via Remote Play op hun laptop of telefoon kunnen verbinden met hun PS5.

Dit brengt ons gelijk bij de laatste prangende vraag die PlayStation moet beantwoorden. Wat gaat het apparaat kosten? Als de prijs vergelijkbaar is met de Logitech G Cloud kom je al snel uit op een prijs die richting de 360 euro gaat. Dat voelt alleen wel als een hele hoge prijs voor een apparaat met enigszins gelimiteerde functionaliteiten.

Toch doen de prijzen van recente PlayStation-producten dat Sony zichzelf ziet als de premium consoleboer. Kijk maar naar de prijs van PlayStation VR 2 die meer kost dan de PlayStation 5 zelf of de DualSense Edge pro-controller die bijna net zo duur is als een Nintendo Switch.

Al met al is het duidelijk dat er nog redelijk wat vragen zijn bij Project Q. De antwoorden zullen in de komende maanden vast en zeker komen, gezien het apparaat later dit jaar moet verschijnen. Als PlayStation de prijs laag kan houden en de latency (vrijwel) niet aanwezig is bij het spelen, heeft het apparaat zelfs nog wel een kans van slagen. Wat dat betreft zou het initieel vreemde eendje van Sony best een goede zet kunnen zijn.

Aan de andere kant zijn er dus ook veel manieren waarop PlayStation zichzelf nog in de voet kan schieten. De tijd zal ons leren of de Japanse consoleboer dat doet of dat het bedrijf geleerd heeft van de hoogmoed die het bedrijf had rondom de lancering van de PlayStation 3.