Kingsman The Secret Service Recensie - Een Kick-Ass spionnenfilm

Als je denkt aan een Britse spion, dan denk je meteen aan een man in pak met een martini in de hand. De spionnenorganisatie Kingsman is niet anders, want die bestaat volledig uit echte heren. Daarom is het maar de vraag of onze held van de straat Eggsy de uitdaging aankan in Kingsman The Secret Service.

Kingsman The Secret Service is een film van regisseur Matthew Vaughn bekend van Kick-Ass en X-Men First Class. Het verhaal is geïnspireerd op het stripboek The Secret Service van Mark Millar en Dave Gibbons, die tevens bekend zijn van de Kick-Ass stripboeken. Gezamenlijk hebben ze van Kingsman The Secret Service een Britse spionnenfilm gemaakt, die zichzelf vooral niet serieus neemt.

Centraal in het verhaal staat agent Harry Hart (Colin Firth), ook wel bekend onder zijn bijnaam Galahad, één van de ridders uit Arthur en de ronde tafel. Hij wordt tijdens een missie gered door de vader van Gary ‘Eggsy’ Unwin (Taron Egerton). Deze gebeurtenis blijft hem door het hoofd spoken, want hij wil iets terugdoen voor Eggsy’s vader. Die kans krijgt hij uiteindelijk, want Eggsy zit in een dal van narigheid, waar hij niet uitkomt.

Zo moet iedere agent een nieuweling aanbieden, wegens de dood van één van de Kingsman agenten. De nieuweling van Harry is Eggsy die na wat twijfel toch instemt, na het zien van een heftig gevecht, waarin Harry meerdere snotneuzen in elkaar timmert. Straatschoffie Eggsy komt hierdoor terecht in een loodzwaar trainingsprogramma van de Kingsman gevuld met rijke snobs als medenieuwkomers. Dit zorgt meteen al voor genoeg spanning en de vraag of Eggsy wel geschikt is als Kingsman agent.

Gelukkig is er nog de nieuweling Roxy (Sophie Cookson), één van de weinige vrouwen uit het gezelschap die Eggsy bijstaat. Gezamenlijk komen ze de training door, die wordt geleid door technisch expert en trainer Merlin (Mark Strong). Naast het uitvoeren van trainingen en simulaties, is Merlin ook een soort vaderfiguur voor de nieuwkomers. Een leuke rol voor Mark Strong, gezien hij vaak de slechterik speelt of een emotioneel gesloten karakter.

De Kingsman familie wordt afgerond met Arthur (Michael Caine), die aan het hoofd staat van de organisatie. Dit is echt een typische rol voor Michael Caine, als de grootvader van de groep die overal een mening over heeft. Zo is Eggsy eigenlijk niet geschikt voor de Kingsman, gezien zijn achtergrond, ff zoals de snobs het omschrijven, Eggsy is een pleb. Ja, bij de Britten is sociale klasse toch wel een dingetje.

Een spionnenfilm is overigens niet compleet zonder een echte super schurk. Voor Kingsman The Secret Service is dat Valentine (Samuel L. Jackson), een Tech miljardair. Leuke aan deze slechterik is dat hij continue slist en zelf heel slecht tegen bloed kan. Gelukkig heeft hij daar zijn hulpje Gazelle (Sofia Boutella) voor, die op twee prothesebenen loopt met daaraan twee messen dan wel zwaarden.

Zij ruimt alle rotzooi op voor Valentine en is tevens de perfecte tegenspeler in actiescènes. Dikke gevechten waarbij de dame met haar prothesebenen loopt te schoppen, en vervolgens verschillende ledematen afhakt, die langzaam maar zeker op de grond vallen. Kingsman The Secret Service is niet voor niets een film voor 16 jaar of ouder, want het bloed vliegt alle kanten op.

Een nieuwe actieheld is acteur Colin Firth, die wij voornamelijk kennen van drama en thrillers. Zijn deelname aan Kingsman The Secret Service maakt het geheel extra vermakelijk, want de beste man gaat helemaal los in actiescènes. Er is zelfs één specifieke scene, waarbij de doden om je oren vliegen. Wij willen uiteraard niet teveel verklappen, maar het is zeker een genietmomentje, om deze echt heer helemaal los te zien gaan.

Naast de gruwelijke en lekkere actiescènes moet Kingsman The Secret Service het ook hebben van zijn sterke humor. Het is echt heerlijke Britse humor, die uitdaagt over bijvoorbeeld de sociale klasse, maar tegelijkertijd vind je ook veel meta humor terug. Zo wordt er veel gepraat over wat er in spionnenfilms zou gebeuren, om vervolgens dat lekker niet te doen. Of een ander moment draait het liedje ‘Give it up’ net als een slechterik zijn gemene plan uitvoert.

Soms zijn het kleine dingen zoals de muziek en op andere momenten zijn het de meest slechte en droge grappen die je maar kunt voorstellen. Zo wordt er ook meerdere keren de draak gestoken met James Bond films. Bijvoorbeeld als Eggsy een Martini bestelt, maar dan wel met een heel lulverhaal waarin de Martini moet worden geschonken naast een ongeopende fles van een bepaalde drank. Het is echt hele droge humor, waardoor Kingsman The Secret Service wel een film is voor een bepaald publiek.

De hele film ligt de nadruk op de ontwikkeling van Eggsy als straatschoffie naar een echte heer. Deze transformatie lukt niet helemaal, want het straatschoffie valt niet uit Eggsy te halen en daarbij overtuigt hij wat minder als echte heer. Als straatschoffie doet Eggsy het overigens geweldig met een heerlijk plat Brits accent, en de continue herhaling van het woord ‘bruv’. Dus mocht je niet bekend zijn met Britse straattaal, je schaaft het snel bij in Kingsman The Secret Service.

De castleden en bijbehorende karakters staan eigenlijk centraal in deze review, omdat zij de film echt maken. Dit gezamenlijk met de lekkere actiescènes, droge Britse humor en zelfspot op spionnenfilms, maken van Kingsman The Secret Service een Kick-Ass spionnenfilm. Enige is wel dat de humor en de algemene toon van de film niet aan iedereen is besteed. Bovendien is de overgang van Eggsy van straatschoffie naar echte heer niet echt helemaal goed uitgewerkt, want van binnen blijft hij ‘bruv’ zeggen.