Burnout Crash Review

Review
zaterdag, 15 oktober 2011 om 18:00
xgn google image
De Burnout-serie gaat al sinds jaar en dag om over-the-top racen en vooral hele dikke crashes. Er was zelfs een speciale modus waarin het kapotrijden van auto’s centraal stond! De vraag is nu: kun je daar een hele game van maken?
Dat is namelijk wat ontwikkelaar Criterion heeft gedaan. In Burnout Crash is racen niet langer onderdeel van het spel en zijn er überhaupt geen tegenstanders meer. Je moet nu simpelweg zoveel mogelijk schade veroorzaken met je voertuig. Dit gaat middels een bijzonder simplistische besturing: met een pookje bestuur je de auto en met een knop blaas je de vierwieler op. Dat is alles. Het doel is om zoveel mogelijk geld te verdienen – vreemd genoeg door dingen kapot te maken – en daarnaast sterren te ontgrendelen. Vaak hebben die sterren betrekking op de score, maar soms zijn er speciale doelstellingen zoals het opblazen van gebouwen of uitvoeren van bepaalde manoeuvres.
Een pony met een trucje
In totaal heb je zo’n achttien verschillende ‘parcours’ en drie modi om in te crashen. Onder parcours moet je overigens geen racebaan verstaan, maar simpelweg een al dan niet ingewikkeld kruispunt. Daar scheuren immers de meeste auto’s langs en kun je flink wat schade toebrengen. Steeds als je een level begint, rijd je op dat kruispunt af. Zodra je een auto (of iets anders) raakt, kun je niet meer rijden maar het voertuig nog wel herhaaldelijk opblazen. Op die manier probeer je zoveel mogelijk omstanders in je miserie mee te sleuren. Klinkt leuk toch, gewoonweg op auto’s inrijden en schade veroorzaken? In het begin is dat ook zo, maar na een tijdje gaat het helaas vervelen. Doordat de modi vrij veel op elkaar lijken en er werkelijk niets anders te beleven valt dan crashen, blijkt Burnout Crash een typische one trick pony.
In de verschillende modi is het begin en doel altijd hetzelfde, alleen verschillen de regels een beetje. In de meest standaard modus, Road Trip, is de moeilijkheid dat je maar vijf auto’s mag laten ontsnappen. Zodra het vijfde paar wielen ongeschonden het speelveld uitrijdt, is het uit met de pret. Voor de rest blijft het auto’s opblazen om punten te vergaren. Het klinkt weliswaar als een prima modus, maar al snel kom je erachter dat het lastig is om de voertuigen tegen te houden. Nee, ze zijn niet bijzonder vaardig achter het stuur. Sommige chauffeurs kunnen nog geen graad uitwijken en lijken actief problemen op te zoeken, maar vreemd genoeg zijn er ook situaties waarin weggebruikers op miraculeuze wijze langs de meest onmogelijke obstakels glippen.
Tactiek is saai
Dat zorgt ervoor dat je al gauw niet meer als een malle rondknalt, maar calculerend in het midden blijft staan totdat ingrijpen noodzakelijk is. Het maakt de game weliswaar tactisch, maar niet erg leuk. Je wilt immers zoveel mogelijk dingen opblazen en niet enkel ingrijpen wanneer het uit de hand loopt. Zelfs met deze tactische aanpak zul je iets te vaak zien dat je gewoonweg pech kunt hebben en dus tevens het nodige geluk nodig hebt om een ‘parcours’ tot een goed einde te brengen. Dat kan overigens wel, want na een bepaald aantal auto’s volgt er een allesvernietigende aanval die je nog wat extra punten toezegt. Juist daardoor loont het om voor de saaiere aanpak te kiezen. Je kunt weliswaar de gemiste auto’s negeren en voor zoveel mogelijk punten in korte tijd gaan, maar dan mis je de vaak toffe climax waarmee dikwijls net het benodigde aantal punten behaald kan worden.
Maar er zijn meer modi. De tweede modus is het simpelere Rush Hour: je hebt negentig seconden, gaan! Een leukere crash-variant, want nu kun je wél gaan voor het knallen en hoef je je niet druk te maken om voorbij glippende auto’s. Maar ook hier geldt dat na een halfuurtje de lol er af is en je het trucje van de pony wel gezien hebt. De laatste modus tot slot is Pile Up, een soort combinatie tussen beide. Je moet het hier doen met een beperkt aantal auto’s. Laat je er een paar gaan, dan mag je gewoon doorgaan maar gaat je multiplier naar beneden. Die is nodig voor het einde. Want zodra de laatste auto weg of kapot is, gaat de modus over in fase twee: Inferno. Hierin moet je zo lang mogelijk objecten in de fik houden, om zo punten te scoren.
Branden zul je
De Inferno-fase zorgt ervoor dat je anders gaat spelen. Je probeert de auto’s niet op te blazen, maar slechts te laten crashen. Op die manier kun je ze nog in de hens zetten. Dit is waarschijnlijk de leukste modus omdat het aan de ene kant tactisch is, maar je niet gedwongen wordt om een saaie speelstijl aan te nemen. Toch geldt zelfs hier dat de lol er na een tijdje af is. De modi veranderen niet en de levels brengen ook nauwelijks variatie aan. Burnout Crash gaat om crashen en dat is het. Leuk op de iPhone, waarop je misschien vijf minuten per keer speelt, maar niet als consolegame. Het is en blijft een minigame.
Daarbij moet een belangrijke kanttekening gemaakt worden: wat de Crash-modus in de oudere Burnout-games zo tof maakte, was dat je alle gedane schade lekker van dichtbij kon bekijken. Je zat immers met de camera vlak achter de auto. In Burnout Crash heb je echter een enorm hoog cameraperspectief (denk aan een kleinschalige RTS) dat nauwelijks details biedt. Het spel ziet er niet verkeerd uit, maar de crashes zijn weinig voldoenend door het hoge camerastandpunt. Wij willen inzoomen, de geleden schade bekijken! Zoals je in een voetbalgame een mooi doelpunt kunt herspelen, willen wij een meesterlijke crash herleven. De schreeuwende, brandende crashdummies, afgerukte ledematen en bloedstollende geschreeuw a la Quintin Tarantino’s Death Proof. Of ga ik nu te ver?
Lachen, gieren, brullen en ergeren
Dit soort taferelen hoef je dus niet in deze game te verwachten, maar humor is zeker wel van de partij. Eén van de te besturen voertuigen is bijvoorbeeld de ‘B-Team Van’, een niet erg subtiele, maar wel grappige referentie. Verder zijn de verschillende climaxen in Road Rush erg leuk bedacht. Denk aan een enorm ruimteschip dat alles met de grond gelijk maakt, een gigantische vloedgolf of een reuzenkrab. Het kan allemaal. Er valt heel wat te lachen, maar helaas ook te ergeren. Zo zul je je al snel ongelofelijk storen aan de irritante verteller en andere ‘grappen’ die de plank finaal misslaan. Criterion lijkt soms iets te hard zijn best te doen om leuk uit de hoek te komen.
Het blijft een minigame
Burnout Crash is een aardige minigame, maar is juist daardoor veel minder geschikt op de console. Na een uurtje verliest het crashen zijn glans en blijkt het spel niets anders te bieden. Daarbij is het erg jammer dat de crashes nauwelijks indrukwekkend zijn en de humor niet altijd slaagt. Wij wachten liever op een echte Burnout-game.
Cijfer: 5