Streamingdiensten moeten meer Nederlandse content bieden

Er zijn steeds meer streamingdiensten actief in Nederland. Maar de meeste daarvan komen uit het buitenland. De Tweede Kamer wil streamingdiensten nu verplichten om te investeren in Nederlandse producties.

Wie Netflix of Disney+ opstart zal dat niet doen voor de Nederlandse producties. Die zijn er namelijk meestal maar weinig. De Tweede Kamer is nu akkoord gegaan met een wetsvoorstel dat daar verandering in brengt.

Het wordt diensten die per jaar in Nederland een omzet van meer dan 10 miljoen euro draaien verplicht om vijf procent van die omzet te investeren in films en series uit Nederland. Zo wil de kamer voorkomen dat Nederlandse verhalen worden verdrongen. De helft van het geld dat in Nederlandse producties gestoken moet worden, moet aan films, series en documentaires worden uitgegeven, de andere helft mag anders ingevuld worden, bijvoorbeeld met reality-tv.

Diensten kunnen ervoor kiezen om zelf te investeren in een Nederlandse productie, of om films en series uit Nederland aan te kopen om op de dienst uit te zenden. Verslag van sportwedstrijden telt niet mee. De overheid verwacht dat er op deze manier zeker 40 miljoen euro extra in de Nederlandse filmindustrie wordt gestoken.

De nieuwe wet, die overigens nog niet is aangenomen door de Eerste Kamer, legt verplichtingen op die streamingdiensten in zekere zin al hebben. Vanuit de EU is het bijvoorbeeld verplicht dat diensten in zekere mate investeren in Europese producties. Frankrijk verlangt zelfs dat 20 procent van de omzet van streamingdiensten in Europese producties belandt, waarvan 85 procent Franstalig moet zijn. Dat heeft soms het gevolg dat een dienst met de release van Engelstalige content moet schuiven om aan de Franse eisen te voldoen.