WRC: FIA World Rally Championship 4 Review

Review
donderdag, 14 november 2013 om 12:00
xgn google image
De afgelopen jaren is er genoeg qua games uitgekomen voor de echte rallyfans. De DIRT-franchise is hier misschien wel de koning van, maar elk jaar probeert WRC een deel van dat marktaandeel af te snoepen. Vorig jaar constateerden wij dat het bij WRC 3 nog niet gelukt was, en dat DIRT nog steeds de kroon op heeft. Kan het nieuwe deel in de WRC-serie daar wel verandering in brengen?
Laten we dan maar meteen de toon zetten voor deze recensie: nee. Het is jammer, aangezien de game heel veel potentie heeft. Met brommende rallywagens over nauwe zandweggetjes scheuren, haarspeldbochten nemen met de handrem of over een grindpad met meer dan 200 kilometer per uur op de teller tussen bomen crossen. Het klinkt als het recept voor iets spannends, en iets dat heel goed kan uitpakken. Het is jammer dat WRC 4 dat potentieel - weer niet - weet waar te maken.

Saaie gamemodi

Aan de aanwezige gamemodi kun je precies zien waar het spel voor gemaakt is. WRC 4 is voor rallyfans. Mensen die graag langs de kant van zo’n zandweggetje staan om één keer per twee minuten een wagen te zien racen, om vervolgens het geluid van de brullende motoren nog voor enkele minuten te horen tussen de bomen door. Mensen die dachten hun honger naar een nieuwe DIRT even te stillen met deze game, komen dan ook van een koude kermis thuis. Je hebt geen spannende of verrassende modi zoals in DIRT, maar alleen Single Stage, Rally (zes stages achter elkaar) en Career (meerdere rally’s achter elkaar). Daarnaast heb je nog multiplayer, die hetzelfde inhoudt als de singleplayer, maar dan tegen real-life tegenstanders.
De game biedt wat dat betreft niet veel afwisseling. Het laat je racen als een rallycoureur, en daar blijft het bij. De meest interessante van deze opties is de Career, waar je als een jonge rookie rally’s rijdt, contracten verdient en op deze manier probeert de grootste naam in de WRC-wereld te worden. Je start in de Junior WRC, waarna je – als je het goed doet – mee mag doen aan de WRC 3, WRC 2 of het prestigieuze WRC. Ontwikkelaar Milestone vindt hier het wiel niet opnieuw uit. Om eerlijk te zijn is het een standaard modus, maar wel de meest interessante die in de game zit.
Wat de game wel leuk doet, zijn alle namen en auto’s uit de echte wereld. Ben je een fan van Robert Kubica, Sébastien Loeb of Sébastien Ogier, dan zit je gebakken met WRC 4, aangezien meer dan zeventig rijders uit het wereldje in de game zitten. Ook zijn de bekende racemonsters aanwezig, van compacte Peugeots en Mini's tot de übervette Subaru’s.

Driften? Jammer joh...

Wat misschien wel het belangrijkste is in een race game, is het rijgedrag – daar ben je in zo'n game immers de hele tijd mee bezig. In WRC 4 is ook het rijden niet echt om over naar huis te schrijven. Ten eerste voelen de auto’s niet echt realistisch aan. Een voorbeeld: ga je bijvoorbeeld met een snelheid van 200 op een hairpin af, en trek je op het laatste moment nog even aan de handrem, dan haal je met gemak de volgende bocht.
Daarnaast heeft de game ook de vervelende eigenschap dat wanneer de achterkant van je auto uitbreekt in een bocht – ook wel overstuur in racetermen genoemd – en je probeert tegen te sturen, je wielen opeens weer grip vinden en je jezelf vol tegen een muur ramt of zelfs in een ravijn pleurt. Driften door de zanderige bochten lukt dus niet. Je kunt de flashback mogelijkheid gebruiken om even terug te gaan in de tijd om die ene bocht nog een keer te nemen, maar dat is niet echt een oplossing.
De stijle leercurve waar we het vorig jaar over hadden, is gelukkig wel wat aangepast. Als je de game speelt op de gemiddelde moeilijkheidsgraad – niveautje vijf van de tien – dan kun je met gemak de verschillende stages op je naam schrijven. Je zet eerder de moeilijkheid van de game omhoog, dan naar beneden, wat WRC 4 wat toegankelijker maakt.

Rare keuzes

Het gevoel dat je echter krijgt bij het spelen van WRC 4 is dat Milestone soms rare keuzes maakt in de game, en over bepaalde dingen niet goed heeft nagedacht. Een goed voorbeeld hiervan is de combinatie van crash-physics en het schademodel in de game, wat misschien wel het meest absurde ooit is. Knal je tegen een betonblok? Dan kom je tot stilstand en heeft je auto geen krasje. Ram je tegen een houten hek aan? Dan stuiter je terug alsof je tegen beton ramt én krijg je schade. Raak je lichtjes een doeken (!) afzetting naast de weg aan, dan heeft je auto nog meer schade opgelopen dan bij de houten hekken. Toch gaat de titel 'de koning van de objecten die je auto naar de schroothoop sturen' naar de hectometerpaaltjes, die als bijna volleerde bermbommen ervoor zorgen dat je jouw auto af kunt schrijven. De paaltjes zijn daarna overigens wel kapot, dat dan weer wel.
Het voelt totaal niet logisch hoe de ontwikkelaar heeft nagedacht over wat wel en wat niet kapot kan in de game en welk object hoeveel schade toebrengt. Nog één voorbeeld? Elk circuit krijgt een moeilijkheidsgraad tussen de één en vijf blokken. Genoeg verdeling zou je zeggen, behalve dat elke rally op z’n minst drie blokken is. Waarom geef je de eerste twee opties dan?
Dan hebben we het nog niet gehad over de interviews na een race in de Career, waar een andere rijder zich uitlaat over jouw prestaties. Leuk idee, behalve als bij vijf – letterlijk, er is geteld – stages achter elkaar hetzelfde wordt gezegd. We willen de ontwikkelaar niet van luiheid betichten, maar de game geeft je soms echt het gevoel dat er over bepaalde dingen niet goed is nagedacht.
Om even terug te komen op het schademodel in de game, iets wat er ook niet geweldig uitziet. Je kunt van een kleinere ontwikkelaar niet dezelfde graphics verwachten zoals je bijvoorbeeld doet bij een Codemasters, maar wat je wel kunt verwachten is dat het spel er redelijk uitziet, zonder glitches. Niet dus. Knal je met de voorkant van je wagen tegen zo’n hectometerbermbom, dan raakt – zoals verwacht – je voorkant ingedeukt. Behalve je koplamp, die blijft als een sticker voor de auto vliegen.

Co-driver werkt goed

Iets wat een stuk beter uit de verf komt, is het geluid van de game. Hoewel de motor van je rallywagen soms een paar rare geluiden maakt – krassende geluiden alsof je geluidsspeaker kapot is – is de rest van het geluid wel lekker. De banden die kleine steentjes uit de zandpaden schrapen klinken lekker, net als het opspattende water als je met meer dan 150 kilometer per uur op de teller door een plas scheurt.
Wat vooral lekker werkt in WRC 4, is de co-driver. De verschillende stages die je probeert te bedwingen zijn te lang om allemaal uit je hoofd te leren. Gelukkig is dit geen probleem, aangezien er altijd iemand naast je zit die je piekfijn uitlegt hoe de verschillende bochten moeten worden genomen. Zesde versnelling, flauwe bocht naar links. Tweede versnelling rechts. Sprong. Door een plas water. Honderd meter rechtdoor en dan een hairpin naar rechts, met je handrem. De tips werken goed, en worden elke keer op het juiste moment verteld, waardoor je niet in het midden van de bocht opeens te horen krijgt dat je toch je handrem moet gebruiken.

Buigen voor de koning

Helaas zijn een goede co-driver, een lagere instapdrempel en de verschillende echte coureurs en hun wagens in het spel niet een reden om aan WRC 4 een voldoende te geven. Deze game is echt voor enkel de meest hardcore rallyfans, dat is aan de recht-toe-recht-aan modi te zien. Wil je echter met je helden aan de slag, dan moet je door tal aan foutjes, rare keuzes, niet echt interessante gamemodi en een onbetrouwbare racestijl heen kijken. Het zorgt ervoor dat de WRC-franchise moet blijven buigen voor de koning van de rallygames: DIRT.
Cijfer: 5