PlayStation All-Stars Battle Royale Review

Review
maandag, 26 november 2012 om 17:00
xgn google image
Nog net vóór de millenniumwisseling gaf Nintendo een nieuwe dimensie aan het eeuwenoude vechtgenre. Met Super Smash Bros riep het bedrijf de grootste namen uit zijn rijke historie bijeen om tussen hen eens flink oproer te stoken. Er kwam ruzie en het concept ‘vechten in tweedimensionale vechtarea’s met meerdere personen’ was geboren. Het startschot op de Nintendo 64 bleek een succes en sindsdien durfden maar weinig ontwikkelaars in de ring te stappen. Superbot Entertainment trekt echter gewoon de bokshandschoenen aan en komt met PlayStation All-Stars Battle Royale.
PlayStation All-Stars Battle Royale kon in zijn prille ontwikkelingsfase op weinig positieve respons rekenen. Het staat nu eenmaal als een paal boven water dat de personages in het PlayStation-universum minder tot de verbeelding spreken dan de Mario’s, Yoshi’s en Bowsers van deze tijd. Daarnaast is de game hét debuut van Superbot Entertainment, dat nogmaals de vraag opwekt of All-Stars een geduchte concurrent is of kan worden van de Super Smash Bros-franchise. Aan de andere kant blijft het natuurlijk dé ideale gelegenheid om personages als Kratos, Nathan Drake en Jak & Daxter samen in de spotlights te zetten.
Zoals verwacht heeft All-Stars aan de oppervlakte veel weg van Nintendos populairste vechtreeks. Op het beeld moeten vier iconische personages elkaar tot moes slaan in een arena die als eerbetoon refereert naar een bekende game en/of personage, er zijn power-ups op te rapen die aanzienlijk veel schade aanrichten en zijn er dynamische omgevingen die met onverwachte wendingen je kunnen helpen de strijd in je voordeel te beslissen. De vergelijking met Super Smash Bros is kortom onontkoombaar, ook al is dat natuurlijk niet zo heel relevant.
Heeft wel degelijk een eigen smoel
Tot zover dus weinig nieuws onder zon. Wanneer je dieper op de stof ingaat is een vergelijking met andere zogeheten ‘brawlers’ echter niet meer op zijn plaats. All-Stars verfrist het bestaande concept op fundamentele aspecten en biedt zo zijn eigen unieke ervaring. Om te beginnen het vechtsysteem, dat niet traditioneel uitgaat van een gezondheidsmeter en van de mogelijkheid om iemand buiten de arena te bonjouren. Nee, in All-Stars is het opvullen van een krachtbalk de sleutel tot succes. Alleen met speciale aanvallen kun je je tegenstanders naar het hiernamaals sturen.
Dit concept voelt in het misschien wat onwennig aan, maar naarmate je het onder de knie hebt kom je er al snel achter dat dit juist dé grote troef van All-Stars is. Niet langer ben je verzekerd van de overwinning als je goed bent in het hersenloos op knoppen drukken. De persoon met het juiste gevoel voor risicobeheer en timing zal in de gevechten rijkelijk beloond worden. Bij het vullen van de meter komt ten slotte veel tactiek kijken. Je kunt ervoor kiezen om maar één keer de meter te vullen en proberen de tegenstander met deze speciale aanval te raken, al zal de kans relatief groot zijn dat je dan mist. Wanneer je je energie opspaart voor het tweede niveau, krijg je een sterkere aanval met een grotere radius.
Steile leercurve
De aanvallen bij het derde niveau zijn desastreus en vernietigen waarschijnlijk alle spelers, waarbij de kans zelfs bestaat dat sommigen tweemaal het loodje leggen. Wanneer de speler al zijn vijanden met deze aanval weet uit te roeien, wint hij automatisch de wedstrijd. Dit klinkt gemakkelijk, maar dat is het niet. Het is immers ontzettend lastig om bij het derde niveau te geraken, zeker gezien je balk snel vermindert als jij een paar rake klappen op je smoel krijgt. In zowel offensief als defensief aspect is het dus belangrijk om te weten wat welke aanval precies doet. Daarvoor moet je eerst veel met een personage oefenen, omdat ieder weer een andere vechtstijl heeft.
Dit heeft zowel positieve als negatieve kanten. Negatief omdat de leercurve voor een multiplayergame als deze behoorlijk hoog ligt. In tegenstelling tot Super Smash Bros is All-Stars moeilijker op te pikken wanneer je geen idee hebt met welke personage je uit de voeten gaat. Kennis hebben over de twintig vechters die All-Stars rijk is voor een optimale handhaving eigenlijk essentieel. Elk personage speelt natuurgetrouw naar zijn serie en kent een andere manier van vechten. Dat laatste is natuurlijk positief. SuperBot heeft elk personage dicht bij zijn oorsprong gehouden en daarmee is All-Stars een feest der herkenning voor iedereen in het bezit van één van de PlayStation-consoles.
Geschiedenis van PlayStation in een notendop
De ervaren bezitter van één van de PlayStation-consoles zal weliswaar personages missen uit Final Fantasy, Crash Bandicoot en uit andere bekende franchises, maar de huidige collectie dekt de lading zonder twijfel. Je hebt Uncharteds Nathan Drake, LittleBIGPlanets Sackboy en God of Wars Kratos, maar ook BioShocks Big Daddy en Devil May Cry's Dante. Dat All-Stars zoveel personages (en dus zoveel diversiteit in speelstijl) in de gelederen heeft is fantastisch. Keerzijde van de medaille is dat de balans een beetje zoek is geraakt. Sommige speciale aanvallen zijn nu eenmaal sterker dan anderen en dat valt in het speciaal op bij de één tegen één gevechten.
Buiten de personages verwijst All-Stars met meer dingen naar de historie van PlayStation. De omgevingen bijvoorbeeld, die in het spel in een mash-up vorm gegoten zijn. Dit betekent dat de levels een mix zijn van meerdere PlayStation-titels. Zo is LittleBigPlanet in de blender gedaan met Buzz! (inclusief quizvragen) en transformeert de kleurrijke wereld van LocoRoco zich plots in een realistisch Metal Gear Solid-universum. Het zijn alle excentrieke doch geslaagde combinaties met ieder zijn eigen charme en dynamiek. Ook de voorwerpen hebben hun referenties. Zo is er een Nanotech-kist uit Ratchet & Clank die energiebalken vult en geeft de Gravity Shield uit WipEout tijdelijk bescherming tegen aanvallen.
Verhaal niet zoveel om het lijf
Met zoveel referenties en herkenning is het jammer dat Superbot niet meer aandacht in de singleplayermodus heeft gestoken. Elk personage heeft – net zoals bij Tekken vaak het geval is – een soort van verhaallijn waarbij hij een paar gevechten moet winnen om uiteindelijk bij de eindbaas uit te komen. Toch wordt dit zo oppervlakkig uitgelegd en op beeld gebracht dat het niet lang weet te boeien. Individueel is All-Stars dan ook een stuk minder leuk en wat dat betreft is dat een gemiste kans voor Superbot om eindelijk eens met een volwaardige brawler te komen die zich niet alleen op multiplayer focust.
De ontwikkelaar slaat verder ook de plank mis door niet uit te leggen wie welk personage is en wat zijn of haar achtergrond precies inhoudt. Zo hadden wij op geen kantoor geen idee met welke eindbaas we nu telkens te maken hadden. Na onderzoek blijkt het Polygonman te zijn die Sony gebruikt in zijn marketingcampagnes. Sowieso is de presentatie van All-Stars van een erbarmelijk niveau, met pixelachtige menu’s, irritante dialogen en het gemis van een degelijke soundtrack. Vreemd, hiervoor heeft Superbot absoluut de kwaliteit, zie bijvoorbeeld maar de vlekkeloze verbinding tussen de PS3-en Vita-versie, waarbij spelers het feest ook online mee kunnen nemen.
Feest der herkenning in deze toffe brawler
Het is lastig te zeggen hoeveel het gebrek aan een omvangrijke verhaalmodus het totale product teniet doet. In het geval van PlayStation All-Stars Battle Royale is het jammer, maar niet onoverkomelijk. De variant op Super Smash Bros. straalt namelijk één groot multiplayerfeest uit, met populaire figuren uit de rijke historie van Sony en nog tal van verwijzingen naar de geschiedenis van PlayStation. All-Stars schept hiermee, in combinatie met het unieke vechtsysteem, een soort van eigenheid, al gooien de steile leercurve, de foutjes in de balans en de slechte presentatie roet in het eten.
Cijfer: 7.5

Populair Nieuws