Let’s Build a Zoo Review – Nostalgisch maar modern

De dierentuinsimulatie game Let’s Build a Zoo is na een groot succes op PC nu ook naar Playstation, Xbox Gamepass en de Nintendo Switch gekomen. Maar heeft de game een goede console port en is de titel de moeite waard? In deze review lees je hier alles over.

Games waarin je dierentuinen of pretparken bouwt zijn al jaren te vinden op zowel PC als consoles. Zoo Tycoon en Roller Coaster Tycoon zijn dan ook erg nostalgisch voor velen. Nu is uitgever No More Robots met een game gekomen om deze nostalgie op een moderne wijze terug te brengen. Let’s Build a Zoo is namelijk vergelijkbaar met deze simulatiegames, maar is Let’s Build a Zoo ook net zo goed?

In Let’s Build a Zoo word je de eigenaar van een dierentuin die in samenwerking met investeerders is opgezet. De dierentuin wordt vanaf begin af aan helemaal opgebouwd. Het is dus meteen de bedoeling om een naam voor het park te kiezen, personeel aan te nemen en ze te leiden, maar het allerbelangrijkste is natuurlijk om ervoor te zorgen dat er dieren in de dierentuin te zien zijn en ze onderhouden worden. Als dit allemaal niet al uitdagend genoeg is, zijn er ook nog allerlei mensen met bijzondere verzoeken en hebben de bezoekers ook nog eens wensen.

Het fijne aan Let’s Build a Zoo is dat er aan het begin een uitleg is die in een korte tijd alles duidelijk maakt zodat je daarna snel zelf aan de slag kunt. Zo kan je meteen beginnen met het opzetten van de dierentuin en heb je in het geheel de controle over alles. Het nadeel is wel dat op latere momenten zelf wat dingen uitgevogeld moeten worden en dit zorgt er af een toe wel voor dat het even minder gaat met de dierentuin omdat er ergens iets misgaat zonder te weten wat er precies aan de hand is. Aan de andere kant is het ook wel leuk om zelf achter de systemen van de game te komen en is dit een onderdeel die de game weer wat uitdagender maakt.

Let’s Build a Zoo is dan ook niet per se heel moeilijk. Het is vooral een rustgevende game waarin je gewoon simpelweg een leuke dierentuin opzet en onderhoudt. Na tien uur spelen wordt de game wel hectisch. Er is te veel om in de gaten te houden en hierdoor is de game ineens niet meer zo ontspannend. Het zorgt er in ieder geval wel voor dat de game niet verveelt. Maar het was misschien ook wel fijn geweest als de game gewoon simpel en rustgevend bleef en het park niet zover uitgebreid kan worden.

Op een gegeven moment is het wel mogelijk om nog een park op een nieuwe locatie te openen en dan begin je weer helemaal bij het begin. Vooral met de Dinosaur Island DLC (ook inbegrepen bij Xbox Gamepass) is dit een geweldige functie, want de ontwikkeling van het park loopt heel anders aangezien je nu voor dinosaurussen zorgt, maar je kan wel alles wat je geleerd hebt nu toepassen om dit park nog beter te maken.

Het is bijna onmogelijk om je te vervelen tijdens het spelen van Let's Build a Zoo. Er is altijd wel wat te doen aangezien je een park leidt waarin allerlei levende wezens zitten. Er zijn constant dieren die weer voortplanten waardoor hun verblijf uitgebreid moet worden of er is te weinig water. Het personeel moet tevreden blijven en er moet genoeg eten zijn voor de dieren. Er komen ook steeds weer nieuwe dieren bij waardoor er nieuw land gekocht moet worden en de dierentuin alleen maar groter wordt. Deze nieuwe stukken land moeten dan ook weer goed opgemaakt en ingericht worden zodat bezoekers de omgeving niet te saai vinden en de dierentuin niet minder aantrekkelijk wordt om naartoe te komen.

Naast dat het onderhouden van de dieren en het park zelf veel aandacht vereist zijn er dus ook nog eens opdrachten. Zo moet je van je investeerders doelen halen met het aantal bezoekers die naar het park komen en moet er genoeg omzet gemaakt worden. Verder zijn er bijzondere gasten die bijvoorbeeld graag willen dat er een aantal verschillende dieren in het park leven, de werknemers divers zijn en er bepaalde gebouwen geplaatst worden. Er zijn altijd wel genoeg opdrachten die juist het park helpen ontwikkelen en het is dan ook leuk om niet zomaar iets te doen en opdrachten af te strepen. Met behulp van deze missies moet de dierentuin toch aan wat eisen voldoen, maar bijna alles kan nog steeds op je eigen manier. Let’s Build a Zoo blijft dus altijd vermakelijk en is zelfs een beetje verslavend om de dierentuin door te ontwikkelen.

Wat Let's Build a Zoo uniek maakt, zijn de verschillende keuzes die je als speler voorgeschoteld krijgt. Op deze manier wordt het mogelijk om een goede reputatie te krijgen waarbij je heel ethisch overkomt of juist onethische keuzes maakt die op een eigen manier ook weer positieve gevolgen kunnen hebben. Met punten wordt berekend of de dierentuin ethisch of onethisch wordt beschouwd. Met deze punten wordt het weer mogelijk om gebouwen neer te zetten en acties uit te voeren die alleen beschikbaar zijn voor één van de paden die te bewandelen zijn.

Door dit systeem word je in hele bijzondere en vaak grappige situaties gezet. Zo wordt er op een geven moment gevraagd of je een zwaan wilt laten verkleden als een pauw, wat weer tot leuke of juist sceptische reacties van de bezoekers kan leiden. Op een ander moment krijg je de keuze om een dier met het coronavirus in te laten slapen omdat bezoekers bang zijn voor besmetting wat weer kan leiden tot minder bezoekers. Of je kiest er juist voor om het dier te laten leven en dan accepteer je maar dat er minder bezoekers komen.

Naast deze keuzes is ook hoe milieubewust het park is en hoe de dieren behandeld worden belangrijk. Dit systeem zorgt ervoor dat je toch blijft nadenken bij de keuzes die je maakt en dus ook dat Let's Build a Zoo een andere ervaring geeft dan vergelijkbare games.

Een groot onderdeel van Let’s Build a Zoo is het grote aanbod aan dieren en verschillende rassen van de diersoorten. Door twee dieren die hetzelfde diersoort zijn, maar een ander ras hebben te kruizen krijg je steeds weer nieuwe rassen van dit dier. Zo kan je twee aapjes met elkaar laten voortplanten om een nieuwe aapsoort te krijgen. Elk dier heeft tien verschillende rassen en hierdoor wil je ze eigenlijk allemaal sparen.

Een andere manier om nieuwe dieren te krijgen is door te ruilen met andere computergestuurde dierentuinen over de hele wereld. Soms heb je namelijk een bepaald ras varken en wil iemand hier een mannelijk en vrouwelijk stokstaartje voor geven. Als je ruilt met andere dierentuinen krijg je altijd een mannelijk en vrouwelijk versie van een dier ervoor terug, om ze te laten voortplanten en zo uiteindelijk weer alle rassen van het nieuwe dier te kunnen ontdekken. Op deze manier blijf je maar steeds meer dieren in de dierentuin krijgen en breidt het park en de rassen die je van dieren kunt ontdekken in Let’s Build a Zoo hierdoor alleen maar uit.

Een groot onderdeel van Let’s Build a Zoo is dan ook het verzamelen en vooral bij de dieren merk je dat er veel research achter de ontwikkeling van de game heeft gezeten. Elk dier heeft namelijk tien designs gekregen die accuraat zijn aan de echte wereld. Ook is het mogelijk om dieren in het wild vrij te laten en dan staat er ook bij welke dieren in de buitenwereld met uitsterven bedreigd worden en ook dit is redelijk accuraat aan de echte wereld.

Management- en simulatiegames als Planet Coaster, Jurassic World Evolution en dus ook Let’s Build a Zoo zijn vooral populair op PC. Dit is omdat er veel knopjes zijn waarop geklikt moet worden en het eigenlijk bijna altijd wel fijner speelt met muis en toetsenbord. Toch zien we de laatste jaren wel steeds meer van dit soort games naar consoles komen, zoals nu ook Let’s Build a Zoo.

De port van Let’s Build a Zoo is prima, maar heeft wel wat kleine irritatiepunten. Zo moet je als je naar een bepaalde functie wilt soms net te lang de joystick naar beneden houden. De dierenverzorgers kunnen bijvoorbeeld in zones ingedeeld worden waarin ze werken. Om ze een zone toe te wijzen moet je eerst de lijst met werknemers openen, dan als je een werknemer onder aan de lijst nodig hebt helemaal naar beneden scrollen. Daarbij is de knop om de werknemer een zone toe te wijzen ook nog eens helemaal onderaan de pagina als je op de werknemer geklikt hebt. Dit soort kleine dingen maken de port naar console toch wat vervelend en had misschien beter gedaan kunnen worden met bijvoorbeeld sneltoetsen. Zo is ook de muis waarmee je iets in het park kan selecteren en dus mee navigeert soms ook erg langzaam, vooral als de dierentuin groot is geworden. Dit kan ook soms wat irritant zijn.

Dit neemt niet weg dat Let’s Build a Zoo over het algemeen fantastisch speelt op console. Op een paar kleine irritatiepunten na werkt alles soepel en blijft de game heel leuk en fijn spelen. Het is dus een prima port naar consoles en de kleine irritaties zijn zeker geen afknapper, maar bepaalde functies hadden toch op het gebied van besturing beter ingesteld kunnen worden. De game is dus nog steeds fijner op PC. Als je Xbox Gamepass PC hebt, is dit zeker de versie die je moet kiezen.

Let’s Build a Zoo is een unieke game in het genre van parkmanagement en simulatiegames. Het geeft een moderne twist aan nostalgische games als Zoo Tycoon. De game heeft een korte maar duidelijke tutorial wat ervoor zorgt dat je meteen kan beginnen met het bouwen van het park. Er is een keuze systeem die keuzes geven, die situaties uit de echte wereld nabootsten op een grappige manier en deze keuzes hebben ook daadwerkelijk grote invloeden op het park. Er is verder ook een groot aanbod aan dieren waar duidelijk veel research bij kwam kijken tijdens de ontwikkeling van de game. Eén van de leukste aspecten van de game is dan ook het verzamelen van alle dieren.

Er zijn alleen wel wat kleine irritatiepunten wat betreft de port naar console en wanneer het park groot begint te worden, wordt de gameplay een beetje chaotisch en is er net iets te veel om in de gaten te houden. Dit alles neemt alleen niet weg dat de game ontzettend vermakelijk is en zelfs erg verslavend. Let’s Build a Zoo is een ontzettend goede game in het genre waarin het thuishoort en is zeker de moeite waard, ook op consoles!