Killzone: Mercenary Review

Review
woensdag, 04 september 2013 om 19:00
xgn google image
De Killzone-franchise is op de PlayStation 3 al jaren de vlaggendrager wat betreft first-person shooters (FPS). Nu is het aan diezelfde serie om te bewijzen dat ook de PlayStation Vita prima geschikt is voor een sterke FPS-game. Kan Killzone: Mercenary aan de grootse verwachtingen voldoen?
Mercenary speelt zich af na de gebeurtenissen van de originele Killzone en kiest voor een nieuwe invalshoek met een nieuw hoofdpersoon. We volgen namelijk de gewetenloze – of toch niet? – huurling Arran Danner. Danner vecht maar voor één ding, geld, en is niet kieskeurig als het gaat om het uitkiezen van een werkgever. Een interessante aanpak: het geeft niet alleen een kijkje in de keuken de bekende ‘good guys’ ISA, maar ook in die van de slechte Helghan. Ongeacht voor wie je vecht, stiekem maakt het niet uit. Zolang het geld maar binnen blijft stromen, aldus Danner. Waarom hij al die centen eigenlijk nodig heeft wordt helaas nooit duidelijk. Ouderwetse gierigheid?
Geld, geld, geld
Danner verdient zijn geld simpelweg door het uitvoeren van orders. ‘Blaas dit op’, ‘vermoord die persoon’. Maar ondertussen kun je flink verdienen aan het uitschakelen van vijanden. Elk sterfgeval levert keiharde pegels op en creativiteit wordt beloond. Zo leveren mêlee-aanvallen en headshots meer op dan normale kills en is het erg lucratief om onopgemerkt een level door te sluipen. Met de inkomsten kun je vervolgens investeren in andere of betere wapens, bepantsering en gadgets. Die investeringen kun je doen bij kratten verspreid over elk level.
Aanpassen
Het feit dat je elke paar honderd meter zo’n krat tegenkomt, zorgt ervoor dat je gemakkelijk kunt experimenteren met loadouts. Echte Rambo’s zullen dan kiezen voor een trage, ondoordringbare bepantsering met een enorm machinegeweer. Splinter Cell-fans kunnen hun hart ophalen met een gedempt pistool en zwakke, stille, wendbare lichaamsbescherming. Dat resulteert in veel verschillende mogelijke gameplaystijlen en dus voor iedereen wat wils. Natuurlijk ligt de nadruk op schietgeweld en zijn er momenten waarop stealth absoluut ondenkbaar is, maar de erg prettige aanpasbaarheid zorgt wel voor een heerlijk persoonlijke speelstijl.
In elke andere Killzone zou die wetenschap waarschijnlijk genoeg zijn om het spel van een positief oordeel te voorzien (‘de rest zit toch wel goed’). Maar niet in Mercenary. Deze game moet namelijk opnieuw bewijzen dat de serie lekker speelt, zoals zijn grote consolebroetjes al hebben gedaan. Heeft de nieuwe, Engelse Killzone-ontwikkelaar Guerrilla Cambridge eindelijk een degelijke draagbare shooter afgeleverd? Ja, gelukkig wel. De besturing steekt prima in elkaar en elke shooter-fan kan er probleemloos mee uit de voeten. De schietgevechten zijn over het algemeen spannend en zelfs de wapens klinken goed. Het is de Killzone-gameplay die we gewend zijn. Maar dan draagbaar.
Niet zo goed als
Toegegeven, Mercenary kan niet aan Killzone 2 en Killzone 3 tippen. De pookjes van de PlayStation Vita lenen zich minder voor first-person shooters dan een controller en de actie is minder indrukwekkend dan in de voorgaande delen. Maar dat neemt niet weg dat je je enorm zult vermaken met deze game. Het ene moment ben je een generaal aan het redden, even later moet je een enorm platform opblazen en vervolgens verdedig je je tegen golf na golf aan vijanden; Guerrilla Cambridge houdt je bezig.
Grafisch prima
Grafisch kan hetzelfde gezegd worden. Het spel ziet er goed uit, vol detail en vol van die typische Killzonesque grauwheid. Maar het benadert de consoles net niet. Geen probleem natuurlijk, want alsnog is Mercenary een prestatie op de Vita. Een FPS die er goed uitziet én lekker speelt is meer dan genoeg om een aanschaf te waarborgen. Zelfs als het verhaal na zo’n zes a zeven uur voorbij is – tegenwoordig meer regel dan uitzondering in het genre – en je af en toe kleine foutjes kunt tegenkomen. Foutjes zoals schokkende of domme vijanden, die de pret niet kunnen drukken.
Storender is het soms geforceerde gebruik van het touchscreen. Val je een vijand in mêlee aan, dan moet je met je vinger een bepaalde kant op vegen om hem te doden. Vrij onnodig en na een tijdje zelfs irritant. Iets beter is een minigame waarbij je simpele figuurtjes moet maken. Hier is het gebruik van het touchscreen logischer, al is het spelletje wel wat dommig. Nee, doe dan maar de touch-functie van een van de gave Vanguards.
Deze speciale gadgets kun je om de zoveel tijd inzetten en vereisen soms hulp via het scherm. De Porcupine omcirkelt vijanden bijvoorbeeld met een rode cirkel. Tik je die aan, dan vuur je automatisch een raket op de stakker. Liever een stealthy aanpak? Kies in dat geval de Mantis Drone, een soort vliegende krab die nietsvermoedende slechteriken voorziet van een lobotomie. Genieten, die Vanguards!
Multiplayer
Mocht je het weinig aan vinden om de hersenen van computertegenstanders fijn te knijpen, dan is de uitstekende multiplayer wellicht voor jou. Een van de belangrijkste pluspunten hier is het feit dat progressie in single- en multiplayer één is. Het level dat je hebt bereikt in singleplayer, heb je online. De wapens die je tijdens je avonturen met je vrienden hebt aangeschaft, zijn gewoon offline te gebruiken. Erg fijn, want zo heeft iedereen die de singleplayer heeft gespeeld in ieder geval beschikking over een aantal fijne wapens en kan je meteen aan de slag met je zelfgekozen loadout.
In totaal kun je in Mercenary aan de slag met drie modi: Mercenary Warfare (Deathmatch), Guerilla Warfare (Team Deathmatch) en Warzone. De eerste twee modi bieden standaard gevechten, acht tegen acht. Een leuk detail is dat gedurende een match af en toe Vanguard-capsules worden neergelegd, om een gelukkige speler een voordeel te geven. Daardoor verplaatst het gevecht zich continu en weet je over het algemeen waar de actie plaats zal vinden. De grauwe mappen bieden bovendien genoeg variatie om een tactisch gevecht mogelijk te maken. Hoogteverschil, kleine gangetjes en de nodige plekken om te snipen, we vonden ze allemaal.
Warzone
De laatste modus, Warzone, vereist iets meer uitleg. In dit speltype staat teamwork duidelijk centraal, aangezien het de bedoeling is zo snel mogelijk vijf doelen te halen. Denk aan het activeren van de meeste Vanguard-capsules, of het doden van een bepaald aantal vijanden. Vooral met een paar vrienden en een gezonde dosis tactiek belooft deze modus voor veel plezier te zorgen, al is het wel zo dat de doelen op ten duur kunnen vervelen omdat ze herhaald worden. Je krijgt dus niet steeds compleet unieke uitdagingen voorgeschoteld.
Met slechts drie modi kan de multiplayer voor veel gamers wat beperkt zijn. Zeker als je bedenkt dat het online gamen enkel uitvoerbaar is met een stevige verbinding – die je niet in de trein zult vinden. De multiplayer is dus voornamelijk bruikbaar bij de schoonouders en als draagbaar alternatief voor een LAN-party. Want laten we eerlijk zijn: thuis zetten we Killzone 3 wel gewoon aan. Al doen we Mercenary daar eigenlijk mee tekort.
Eindelijk een geslaagde Vita-shooter
Killzone: Mercenary heeft eindelijk bewezen dat de PlayStation Vita zich prima leent voor first-person shooters. De besturing is goed, de actie is goed, de graphics zijn goed en zelfs de multiplayer is goed. Het is jammer, doch begrijpelijk, dat Guerrilla Cambridge er niet in slaagt de consolevarianten te overtreffen, maar het slaagt er wel in een vermakelijk schietavontuur draagbaar te maken. En daar mag de studio best trots op zijn.
Cijfer: 8