Test Drive: Ferrari Racing Legends Preview

Preview
donderdag, 05 april 2012 om 15:30
xgn google image
Test Drive gaat weer eens de hele andere kant op. Waar we in het verleden hebben genoten van de twee Unlimited games, is het nu weer eens tijd voor iets anders. Met een andere uitgever. Met een andere ontwikkelaar. Respectievelijk brengen BigBen Interactive en Slightly Mad Studios ons Test Drive: Ferrari Racing Legends. Eindelijk weer eens in die mooie Ferrari’s rijden. XGN werd uitgenodigd om kennis te maken met het spel.
Vergeet dus het open wereld gedoe van Test Drive Unlimited, en betreedt de wereld die we van Test Drive 6 kennen. De arcade wereld, waar we simpelweg een lijstje races moeten afvinken totdat we niet meer kunnen. Totdat we zijn uitgekeken op de multiplayer, mocht die ook heel erg leuk zijn. De eerste speelsessie moet ons een helder beeld geven en duidelijk maken op welke gebieden het spel zich onderscheidt als arcade racer.
Veel races afwerken
Het gaat namelijk niet zo heel erg goed met de arcade racer als genre – de meeste racegames moeten tegenwoordig iets heel speciaals hebben, wat eigenlijk totaal niets met een arcade racegame te maken heeft. Maar op het eerste gezicht lijkt Test Drive: Ferrari Racing Legends zich daar niks van aan te trekken. En dat is eigenlijk best goed nieuws, aangezien de titel van het spel voornamelijk de mensen met een zwak hart voor de Ferrari aanspreekt. Die mensen willen immers opgewonden raken van het pure racen.
Verwacht dus typische historische, maar ook zeer bekende en hedendaagse racemonsters in het spel. Je merkt duidelijk dat Slightly Mad Studios vooral de autoliefhebber wil aanspreken met dit spel. Dat is goed nieuws. Tegenwoordig zijn er teveel racegames gemaakt die puur op het grote publiek is gebaseerd. Dat is hier niet het geval, dankzij de ongelofelijke geavanceerde opties en pittige gameplay.
Vijftig auto’s en 36 tracks
Het aanbod is vrij groot. Met maar liefst vijftig auto’s uit de geschiedenis van Ferrari kun je lekker gaan racen op de 36 aanwezige banen. Het zijn er behoorlijk veel, vooral als je weet dat deze tracks er ook nog in verschillende varianten zijn. Wat dacht je van Monza in de jaren veertig of een Nürburgring uit de jaren zeventig? De korte of de lange versie? Het kan allemaal. Tevens zijn er prachtige banen te vinden, zoals eentje die over een prachtige dam – ergens in Italië – rijdt. Je zou bijna willen stoppen, de controller neerleggen en vervolgens een schildersdoek pakken om zo het prachtige uitzicht te schilderen.
Dan de auto’s. Daar is de variatie ook heel groot. Met wagens als de 166 Inter, de Dino 246 GTS maar ook de Enzo krijg je al een beetje de indruk dat het allemaal erg verdeeld is. En dat is tof! Heel tof zelfs. Hoe vet is het wel niet om in een zeer oude klassieke wagen te zitten, rijdend over de eerdergenoemde prachtige dam. Inderdaad. Dat is genieten pur sang.
Qua opdrachten is er niet heel veel variatie. De ene keer moet je de snelste tijd neerzetten, de andere keer moet je als eerste eindigen. Als derde eindigen kan ook, maar dan haal je enkel de bronzen medaille. Om alle wagens en banen te ontgrendelen, moet je toch echt álles gaan halen. Veel spectaculaire missies zijn er niet, maar dat is misschien wel het lekkere ervan. Lekker relaxt racen op een fijne middag.
Geavanceerde en moeilijke gameplay
Op het gebied van gameplay – wat al eerder werd gezegd – is het ook puur genieten voor de fanaten. De opties zijn ongelofelijk groot. Je kunt alles naar je eigen wens aanpassen. Wil je een fysieke hulplijn, wil je dat het remmen wat makkelijker gaat, het kan allemaal. Wellicht zul je nu als enigszins onervaren gamer afvragen of zo’n geavanceerde game wel wat voor jou is. Nou, daar heeft Slightly Mad Studios wel aan gedacht. Via een simpele knop kun je aangeven wat voor moeilijkheidsgraad je wil – de computer stelt vervolgens de opties in die volgens het apparaat naar jouw wens zullen zijn.
Toch is hier een minpunt te vinden: het verschil tussen de moeilijkheidsgraden ‘easy’, ‘normal’ en ‘hard’ is verbazingwekkend groot. Bij easy win je de race met twee vingers in de neus, bij normal is het al erg pittig en bij hard moet je God smeken dat hij niet ervoor zorgt dat je ergens tijdens de race jeuk aan je neus krijgt, waardoor je toch moet krabben – om vervolgens in de greppel te belanden. Nee inderdaad, het spel weet de balans nog niet te vinden. Ook de ultieme racesfeer, waarbij het er heftig aan toe gaat, is nog niet echt beleefd.
Prachtige uitzicht
Maar laten we even terugkomen op de prachtige omgevingen van Test Drive: Ferrari Racing Legends. Het spel ziet er ongelofelijk mooi uit. En dat komt met name door het indrukwekkende leveldesign, wat Slightly Mad Studios ongelofelijk goed heeft gedaan. Puik gedaan. De auto’s zijn overigens ook goed vormgegeven, maar in vergelijking met de omgevingen kon de afwerking ervan beter. Het spel is echter nog lang niet uit, dus de ontwikkelaar heeft er nog de tijd voor.
Hard aan het werk
Er is maar één ding wat Slightly Mad Studios de komende tijd moet doen: ervoor zorgen dat er een balans in de gameplay komt. Met name in de moeilijkheidsgraad. Wellicht kwam het door de versie die speelbaar was, maar het is te hopen dat Test Drive: Ferrari Racing Legends aan het eind van de rit als eerste over de finishlijn komt. Ook moeten we nog aan de slag met de multiplayer, want natuurlijk is het vele malen toffer om tegen menselijke tegenstanders te racen dan computergestuurde. Die was helaas nog niet speelbaar, maar rond de release ergens in het komende kwartaal, zullen we daar ons oordeel over vellen.