Potsierlijke snelheden. Een hoop chaos en destructie. Allesvernietigende wapens en een soundtrack met stevige gitaren. De basis van Gas Guzzlers: Combat Carnage in een notendop. De downloadbare racegame van spelontwikkelaar Gamepires ligt eind deze maand in de digitale winkelrekken, maar is tot dusver nog niet onder de aandacht gekomen in de game-industrie. De publieke bèta die nu een paar weken is gelanceerd, heeft daar geen verandering in gebracht. Is dat terecht, of evenaart Gas Guzzlers: Combat Carnage de
Burnout-games van weleer?
Zoals je waarschijnlijk al in de inleiding is opgevallen, gaat Gas Guzzlers: Combat Carnage de originaliteitsprijs niet winnen. Een destructieve racer, games van dat genre zijn de laatste jaren niet meer op twee handen te tellen. Wat is dan de meerwaarde van deze racer, moet je jezelf en Gamepires (af)vragen. Wel, om maar meteen met de deur in huis te vallen: dat is een vraag die de gamer terecht mag stellen. Want ook al gaat Gas Guzzlers: Combat Carnage waarschijnlijk voor een prikkie over de toonbank, uitblinken of ergens vernieuwen doet de racer allerminst.
De bèta – die nogmaals voor iedereen gratis is te downloaden – bevat twee omgevingen en twee wagens uit de carrière modus. Het menu oogt zoals je van een downloadbare titel verwacht: kaal, ongepolijst, goedkoop. Des te meer reden om je snel in een race te storten en dwars door de woestijn te scheuren, om een voorbeeld te geven. Voor een downloadbare game zien de omgevingen – en dus de visuals – er bijzonder fraai uit. Reflecterende uitzichten, mooie explosies, gedetailleerde wagens en dwarrelend stof dat je visie verduistert; het is allemaal van de partij. Het gaat dan wel ten koste van de framerate soms, maar daar krijg je indrukwekkende beelden voor terug.

Irritante presentator en suffe crashes
Keerzijde van de medaille is de soundtrack, die in vergelijking met het grafische aspect een doorn in het oog is. De game maakt gebruik van gebruikelijke en makkelijke metal-muziek, die je gelukkig simpelweg kunt negeren. Wat niet zo makkelijk te negeren valt, zijn de irritante woedeuitbarstingen van de omroeper. Om de haverklap schudt de presentator met een geforceerd zware strot clichématige one-liners uit zijn mouw waar je nekharen rechtovereind van gaan staan. Gelukkig is er de optie om deze dwaas uit te zetten, want eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het alleen maar afleidt van waar het uiteindelijk om draait.
En dat is natuurlijk het racen zelf. Zoals de meeste racers wordt het spel gespeeld vanuit het perspectief ‘achter het de auto’. Hiermee wil Combat Carnage zich natuurlijk niet onderscheiden. Volgens de website wil het dat wel doen met de aanwezigheid van vele verschillende voertuigen, wapens, upgrades en distinctieve en bloedmooie omgevingen. Wat dat rijtje betreft slaat de game natuurlijk de plank mis, omdat we het al in talloze games voorbij hebben zien komen. Bovendien zijn sommige aspecten, zoals het beuken en het inzetten van wapens, bij lange na niet zo goed uitgediept als in
Twisted Metal of Burnout. Het richten is namelijk een ramp en de crashes zitten vol oneffenheden en bugs.

Slechte besturing
Nee, de aspecten waarop Combat Carnage hóórt te scoren, daarin faalt Gamepires hopeloos. Om nog maar te zwijgen over de besturing met het toetsenbord. Wonder boven wonder ontbreekt er in de game een integratie van de Xbox 360-controller, waardoor het gebruik van de pijltjes of de muis een vereiste is. Dit eist vooral zijn tol met het nemen van bochten, waarin je al vechtend met je toetsenbord een juiste draai probeert te houden. Het gemis aan gevoeligheidsopties helpt ook niet (speelt er nog eigenlijk iemand met pijltjes?).
Voorspelt weinig goeds
Gas Guzzlers wordt aan het einde van de maand gelanceerd en zal bij de release nog over een ‘volwaardige’ multiplayermodus beschikken. Als die modus niet de hoofdattractie van de game wordt, voorspellen wij een erbarmelijke toekomst voor Gamepires en zijn ‘destructieve racer’. De game excelleert op geen enkel vlak en van enige vernieuwing is al helemaal geen sprake. Dat de omgevingen nog alleraardigst ogen is mooi meegenomen, maar helaas houdt al het positieve daarbij weer op. We hebben weinig hoop voor deze racer.