Bodycount Preview

Preview
dinsdag, 16 augustus 2011 om 14:00
xgn google image
Black. Dat was nog eens een tijd geleden. Een ontzettend mooi spel voor de Xbox en PlayStation 2 was dat. Gemaakt door onder andere de mensen van Guildford Studios, een tijd geleden opgericht door uitgever Codemasters. En die mensen mogen een nieuwe game maken. Het is Bodycount. Een game waar vermaak boven realisme staat. Oh en ja, in het spel kan bijna alles kapot. Hebben we dat niet vaker gehoord?
Want in Black was dat aspect tenminste erg goed uitgewerkt. Zeker voor Xbox- en PlayStation 2 begrippen. Met die gedachte in het achterhoofd kan het eigenlijk niet meer fout gaan met Bodycount. Lekker weer knallen, zonder er al te veel bij na te gaan denken.
Bodycount modus
Bodycount biedt meerdere modi: campaign, Bodycount, co-op en multiplayer. De preview code nam ons helaas niet mee naar het verhaal van de campaign of co-op missies, maar naar de Bodycount modus die uniek schijnt te zijn. We hebben drie missies onder de loep genomen waardoor er meer duidelijk is geworden over de gameplay. Want wat is er nu precies de bedoeling in de Bodycount modus?
Bij deze modus moet je zoveel mogelijk punten halen, om zo een echte kampioen te worden. Alleen maar punten halen? Nee, zo simpel is het ook weer niet. Deze ‘Intel’-punten verdien je niet zomaar. Natuurlijk krijg je Intel als je iemand doodschiet, maar je krijgt er veel meer als je ‘m vermoord met een kogel door zijn hoofd. Nog beter is uiteraard een combo, wat nog meer Intel oplevert. Dáár bestaat de Bodycount modus uit. Niets meer, niets minder.
Weinigzeggend
Dat is eigenlijk een beetje jammer. Het biedt namelijk niet heel erg veel variatie. De missies zijn overigens aan de bijzonder korte kant. Na ongeveer tien minuten ben je mogelijk alweer klaar. En dat terwijl er maar zeventien missies in de volledige Bodycount modus zitten. Dat zijn er niet echt heel veel. Het is dus te hopen dat de campaign modus langer is.
Niet alleen de korte lengte van de missies zijn gebrekkig, inhoudelijk zijn ze ook weinigzeggend. Daar wordt mee bedoeld dat je niet bijzonder veel te doen hebt. Het is enkel knallen. In één van de missies moet je een mysterieus gebouw infiltreren en allerlei dingen onderzoeken. Tijdens je zoektocht kom je aardig wat tegenstanders tegen, maar dat is het dan ook wel weer. Heb je het onderzocht? Mooi, dan maar weer terug naar de ingang. Einde missie. Momenteel voelt het dan ook meer aan als een arcade shooter.
Apart coversysteem
Maar goed, misschien is de game wel heel erg vet om te spelen. Speelt het misschien bijzonder lekker? Nou, niet echt. Guildford Studios heeft wel duidelijk zijn best gedaan om de gameplay van het spel uniek te maken. Zo is het coversysteem heel apart. Met de richtknop kun je namelijk in combinatie met de linker stick je lichaam bewegen. Een beetje duiken, een beetje opzij, het kan allemaal. Het werkt hartstikke goed, maar Guildford gaat hier toch de mist in. Wat nou als je wil richten en lopen tegelijkertijd? Dat kan dus niet, aangezien de linker stick voor iets anders is. Kortom: apart, en ook heel erg onhandig.
Net als de AI. Ook niet zo handig. Ten eerste zijn de vijanden bijzonder moeilijk te vermoorden en weet je niet precies wanneer je een ‘headshot maakt’ of niet. Daarnaast lijkt er geen enkel besef van teamwork in een groepje vijanden te zijn. Ze zijn zo gescript, dat ze maar één doel hebben: jou vermoorden. Ook al gaat dat ten koste van hun teammaten. En dat is erg jammer. Je kunt elke tegenstander op dezelfde manier benaderen, aangezien ze erg voorspelbaar zijn.
Lichtpuntje
Gelukkig is er nog een lichtpuntje. De grafische stijl van Bodycount zal je namelijk zeker bevallen. Het ziet er echter niet mooi uit, maar de enigszins stripachtige stijl kun je zeker wel waarderen. Waar Guildford Studios ontzettend trots op is, is het feit dat bijna alles kapot kan. Nou, dat valt ook wel weer mee. Weliswaar kan alles kapot, maar dit zie je ook bij zoveel andere games. Het is eigenlijk dus niet meer uniek. Is het daarom slecht gedaan? Nee, juist prima. Maar niet revolutionair.

Wat ook niet revolutionair maar wel een dikke prima verdient, is de achtergrondmuziek. Deze is namelijk erg lekker, vooral omdat het eenvoudig is gedaan. Achtergrondmuziek moet niet zo heel erg aanwezig zijn, maar juist lekker op de – inderdaad – achtergrond. Ook is de voice-acting prima gedaan, en zijn er geen gekke en frappante geluiden te horen tijdens het spelen. Gewoon, zoals het hoort.
Niet genoeg
Maar dan nog, er moet nog héél veel gedaan worden om van Bodycount een heel erg vet spel te maken. Het raakt je niet. Je wordt niet uitgedaagd, en ook de besturing is niet al te best. Toch moet er gezegd worden dat in deze preview code alleen de Bodycount modus beschikbaar was. Het is dus nog maar wachten hoe de singleplayer, multiplayer en co-op zijn. De toekomst ziet er voor Bodycount echter niet al te positief uit, helaas.