PSV evenaart grootste nederlaag bij terugkeer in Champions League

PSV heeft woensdagavond in de Champions League een kansloze nederlaag geleden tegen Arsenal. Hierbij werden ze met 4-0 verslagen. Dit resultaat evenaarde de grootste nederlaag die PSV ooit heeft geleden in het toernooi.

In het Emirates Stadium keek PSV al binnen twintig minuten tegen een 2-0 achterstand aan, dankzij doelpunten van Bukayo Saka en Leandro Trossard. Gabriel Jesus maakte nog voor de rust een einde aan alle hoop voor PSV. Martin Ødegaard voegde er in de tweede helft nog een doelpunt aan toe.

Dit verlies in Londen betekende een evenaring van het record van PSV voor de grootste nederlaag in de Champions League. Eerder kreeg de club zoveel doelpunten tegen in de wedstrijden tegen Arsenal (2002/2003), Olympique Lyonnais (2005/2006) en FC Barcelona (2018/2019).

Deze forse nederlaag betekent een teleurstellende terugkeer voor PSV op het hoogste Europese podium, nadat ze voor het laatst in het seizoen 2018/2019 in de Champions League actief waren. Destijds behaalde PSV in de groepsfase slechts twee punten.

In de groep zitten ook Sevilla en RC Lens, die in het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán genoegen moesten nemen met een gelijkspel (1-1). Hierdoor bevindt PSV zich na de eerste speelronde onderaan in groep B.

Noa Lang begon in de basis voor PSV, ondanks hamstringklachten na het duel met NEC. Daarnaast kregen opvallend Jordan Teze en Olivier Boscagli een basisplaats. PSV had gehoopt op een goed resultaat tegen Arsenal vanwege hun sterke seizoensstart, maar de thuisploeg was meedogenloos in de openingsfase.

Na de kraker in Londen heeft PSV nu bijna twee weken om deze harde les te verwerken voordat ze Sevilla ontvangen in het Philips Stadion op 3 oktober. In de tussentijd staan er Eredivisiewedstrijden tegen Almere City, Go Ahead Eagles en FC Volendam op het programma voor de ploeg van trainer Peter Bosz.