Maken games mensen gewelddadig?

Article
maandag, 14 oktober 2013 om 18:30
xgn google image
Games maken gewelddadig! Het is een stelling die constant opduikt wanneer er weer een tragedie in het nieuws is. Maar is dit echt zo? Is er een verband tussen gamen en geweld? Wij zochten het uit.
Een achtjarige jongen, die zijn oma neerschoot na het spelen van GTA, was recent verantwoordelijk voor het weer oplaaien van de oude discussie. De jongen zou enkele minuten na GTA te hebben gespeeld een geweer hebben gepakt en zijn 84-jarige oma hebben doodgeschoten. Toen de pers ervan hoorde kopten de media al snel: GTA zorgt dat jongen oma doodschiet. Maar niemand die zich afvroeg waar deze achtjarige jongen überhaupt een wapen vandaan had gehaald en waarom hij een game speelde die niet eens voor zijn leeftijd bedoeld was.
De PEGI leeftijdclassificaties zitten niet voor niets op een spel. Toch blijkt uit onderzoek dat een meerderheid van de Amerikaanse ouders niet bewust is van het soort spellen dat hun kind speelt. Zo blijkt dat de Amerikaanse variant van PEGI (ESRB) bij ruim 40 procent (!) van de Amerikanen niet bekend is en dat 33 procent aangeeft er niet op te letten welk spel hun kind in de console stopt.
Het probleem lijkt dus vooral bij de ouders te liggen. Zo vindt ook hoogleraar mediaopvoeding Peter Nikken die laatst nog moest spreken tijdens een conferentie van PEGI. “Ook in Europa is een groot deel van de ouders niet bezig met de PEGI classificaties. Ze zien games als iets voor kinderen en dus niet iets wat schadelijk kan zijn voor kinderen. Het is dus vooral belangrijk dat ouders zich bewust worden van het soort spellen dat hun kind speelt, hun kind in de gaten houden en letten op het gedrag van hun kind na het spelen van een spel. Ook praten met je kind is belangrijk, net zoals het uitleggen dat een spel fictie is. Ouders moeten juist proberen te begrijpen waarom het kind het spel leuk vindt. Het volgen van PEGI richtlijnen kan zeker helpen, maar vooral met je kind communiceren is belangrijk. Het ene kind kan beter tegen gewelddadige spellen dan het andere, het is de taak aan de ouders dit in te schatten. Meestal kunnen ouders het beste een marge van twee jaar rond de PEGI richtlijn hanteren.”
Dat de verantwoordelijkheid dus bij de ouders ligt is duidelijk. Dat ze op de PEGI leeftijdsclassificatie moeten letten ook. Toch nam onlangs een negenjarige jongen naar aanleiding van Minecraft wapens mee naar school. Minecraft is een spel dat beoordeeld is met E voor Everyone. De vader van het jochie was zich bewust van het spel dat zijn zoon speelde. Volgens de vader was zijn zoon slechts zijn karakter in het spel aan het naspelen, zoals kinderen wel vaker doen. Kennelijk kunnen games kinderen ook aanzetten tot imitatie zonder per se intenties van agressie of geweld. Alleen is het voor de omgeving wel veiliger als kinderen dit naspelen met een namaakpistool dan een echt pistool.
Toch blijft de vraag: worden mensen agressief door het spelen van games? Uit onderzoek komen tegenstrijdige geluiden. Sommige onderzoeken wijzen op een effect, andere juist niet. De meningen zijn daardoor verdeeld. Als we meerdere studies samen nemen, liggen de uitkomsten genuanceerd. Waar de onderzoekers het over eens zijn, is dat het competitie-element in spellen agressie kan oproepen. Zo lieten onderzoekers jongeren in vier groepen vier soorten games spelen; gewelddadige games met of zonder competitie en niet gewelddadige games met of zonder competitie. Hieruit bleek dat het niet uitmaakte of een game geweld bevatte. De spelers van de competitieve spellen vertoonden wel sneller agressie dan de niet competitieve spelers.
“Op zich klinkt dit wel logisch. Competitie verhoogt namelijk de adrenaline en dat heeft even de tijd nodig om uit je lichaam te verdwijnen”, zegt Peter Nikken. Dat mensen deze agressie werkelijk gaan uiten in het echte leven, blijkt in de praktijk wel mee te vallen. Uit onderzoek blijkt zelfs dat het aantal gewelddadige incidenten door jongeren is gedaald in de afgelopen 25 jaar. Terwijl er toch zeker meer jongeren spellen zijn gaan spelen.
Toch blijven de media graag games de schuld geven bij nationale tragedies. Dat is onterecht want veel psychopaten speelden niet eens een game. Zo bleek dat de schutter van het Virginia Tech drama nooit een spel had gespeeld. Ook bij een tragische moord in Engeland, waarbij een veertienjarige jongen overleed, hadden de media het al snel over het spel Manhunt. Maar wat bleek, niet de dader maar het slachtoffer bleek dit spel te spelen. Ondanks deze feiten hebben veel journalisten nog steeds dit beeld en hierdoor het grote publiek ook. Opvallend is dat zelfs in de game-industrie soms zulke geluiden te horen zijn.
Zo zei Warren Spector, de bedenker van Deus Ex, op de E3 van vorig jaar dat hij zich zorgen maakt over het extreme geweld in spellen. Extreem geweld moet stoppen. We moeten stoppen er van te houden. Ik denk dat we er een fetish van maken. Bovendien combineren we het soms met een kinderachtige visie op seksualiteit. Het is een slechte smaak en het gaat voor problemen zorgen. Deus Ex was op sommige momenten ook gewelddadig, maar deze momenten moesten de speler een ongemakkelijk gevoel geven, en dat zie ik tegenwoordig niet gebeuren. Nu wordt een kinderachtige denkwijze als volwassen bestempeld.”
Ook professor Elly Konijn, hoofddocente communicatiewetenschap aan de VU in Amsterdam, denkt dat deze populariteit van geweld in games verkeerd is. Hoewel gewelddadige games maar een klein percentage van alle games vormen, zijn ze wel het populairst. Dit zou kinderen het idee kunnen geven dat geweld in games een verboden vrucht is. “Een spel waarop staat dat het niet geschikt is voor jongeren onder de 18 jaar, is juist aantrekkelijk voor jongere kinderen. Zo’n label, vergelijkbaar met de Kijkwijzer voor tv en films, maakt een game extra spannend. Zo’n systeem werkt dus niet zoals het bedoeld is. Uit ander onderzoek blijkt dat ouders er nauwelijks iets mee doen. Jongetjes van dertien en veertien jaar kunnen probleemloos aan deze spellen komen. Het afschaffen van een label is niet verstandig, we hebben meer toezicht nodig op ouders en winkeliers die respectievelijk gewelddadige games kopen en verkopen.”
Deskundige Peter Nikken vult dit deels aan. “PEGI richtlijnen werken vooral goed bij kinderen tot acht jaar, daarna worden ze nieuwsgierig en zullen ze oudere games spannender gaan vinden. Toch is het maar een klein percentage dat werkelijk games voor ouderen gaat uitproberen. Dit verboden vrucht effect moeten we niet overschatten, PEGI en Kijkwijzer zijn ook voor oudere kinderen goede instrumenten.”
Gelukkig zijn deskundigen ook positief over games. Zo blijkt uit verschillende onderzoeken dat gamen goed voor je hersenen kan zijn en alzheimer bij ouderen tegen gaat. Verder kunnen games ook therapeutisch werken. Volgens Henk Hoogendoorn, directeur bij Take Two Interactive, werkt het spel Bully juist therapeutisch voor mensen die gepest zijn volgens onderzoek. Doordat de hoofdpersoon in het spel opkomt tegen pesters. Ook stimuleren games samenwerking, creativiteit, oplossingsvermogen en doorzettingsvermogen, aldus Peter Nikken. “Geweld in de media komt door verschillende factoren, zoals de sociale situatie thuis, stress en opvoeding maar bijna nooit door games. Een game op zijn tijd kan dus zeker geen kwaad.”
Wat denk jij? Maken games mensen gewelddadig of is dit onzin? Laat het ons weten in de comments.

Populair Nieuws