Ik herinner me nog goed de beelden van E3 2016. Nintendo’s aanwezigheid op die beurs was op papier beschamend: ze hadden praktisch maar één game! Maar tijdens de beurs merkten aanwezigen al snel dat het een bijzondere game was. Toen op de laatste dag van de show de deuren openden, werd de booth van Nintendo letterlijk bestormd door mensen die nog één laatste kans wilden om The Legend of Zelda: Breath of the Wild te spelen.
Met die game als launch title kon de release van de Nintendo Switch eigenlijk alleen maar een succes worden en dat was het ook. Niet alleen de console verkocht goed, Breath of the Wild was in één klap de bestverkochte Zelda-game ooit. Reden genoeg dus voor Nintendo om het een paar jaar later dunnetjes over te doen in Tears of the Kingdom. En ja, het was wederom een groot succes.
The Legend of Zelda: Breath of the Wild – Nintendo Switch 2 Edition
Maar dan komt er al snel een vraag bovendrijven die eigenlijk een beetje vermoeiend is: welke is beter? En die vraag moesten we onlangs beantwoorden om de beste Switch-games ooit op een rijtje te zetten. Als je dat artikel hebt gelezen weet je dat we als redactie hebben besloten om Tears of the Kingdom te laten winnen. Maar persoonlijk denk ik er anders over — en toch ook hetzelfde.
Meer dan de som der delen
Als games wiskunde waren, zou het een hoog gezeik schelen. Tears of the Kingdom heeft nagenoeg alles dat Breath of the Wild heeft en meer. Meer is groter, groter is beter. Pats, boem, quod erat demonstrandum.
Maar we weten allemaal dat een game meer is dan de som der delen. Er zijn veel games die je op papier ongeveer hetzelfde kunt beschrijven, waarbij je toch heel andere gevoelens krijgt. Hollow Knight en Metroid Dread zijn bijvoorbeeld allebei 2D metroidvania’s met pittige boss-gevechten. Maar wie ze beide heeft gespeeld zal het met me eens zijn dat Hollow Knight een melancholie uitstraalt waar Metroid Dread geen interesse in heeft.
Intussen heeft Metroid Dread, ook mede doordat het verhaal wat directer wordt verteld, de sfeer van een actiefilm met een vleugje horror. Dat past dan weer niet zo goed bij Hollow Knight. Als je de ene game leuk vindt is er een goede kans dat je de andere ook kan waarderen, maar het valt niet te ontkennen dat het totaal andere games zijn.
De games in het bovenstaande voorbeeld hebben natuurlijk totaal andere settings en dat maakt de vergelijking met Breath of the Wild en Tears of the Kingdom misschien een beetje scheef. Maar ook in dezelfde setting en dezelfde franchise zijn er allerlei verschillen die er erg toe doen.
En als er één verschil is tussen Breath of the Wild en Tears of the Kingdom dat de sfeer volledig verandert, is het Ultrahand. Doordat je hiermee van alles en nog wat aan elkaar kunt plakken, is de manier waarop je Hyrule benadert in Tears of the Kingdom heel anders dan in Breath of the Wild.
In Breath of the Wild beweeg je je door Hyrule door te lopen en te klimmen, of als je wat sneller wil gaan, kun je te paard reizen. In Tears of the Kingdom reis je te land, ter zee en in de lucht op voertuigen die een stuk sneller gaan dan bijna alles wat je in Breath of the Wild kon. Lopen en klimmen doe je nog als je iets in detail wil onderzoeken, paarden zijn haast irrelevant.
Vechten kun je ‘ambachtelijk’ aanpakken door met zwaard en schild op je vijanden af te stappen. Maar je kunt ook een vechtmachine bouwen om een groot deel van het werk voor je te doen. Breath of the Wild heeft Test of Strength Shrines waarin je kansen veel groter zijn als je wapens en uitrusting een beetje deugen, terwijl Tears of the Kingdom regelmatig test of je zonder je trukendoos ook nog wat waard bent.
Een andere sfeer
Hyrule is in beide games niet bijzonder vol, maar om te zorgen dat je niet te comfortabel bent met de wereld, slingert Tears of the Kingdom nog wel eens iets onverwachts naar je hoofd. Denk aan een boom die je aanvalt, een Talus of Hinox die er eerst niet was, of een stel handen van Gloom dat plotseling uit de grond komt.
Daarnaast is Hyrule ook levendiger: een echte wederopbouw staat nog in de kinderschoenen, maar er zijn een stuk meer NPC’s die zich veilig voelen om op pad te gaan. De soms bijna treurige stilte die Breath of the Wild had, wordt een stuk vaker doorbroken in Tears of the Kingdom. Ook daar zijn je eigen gemotoriseerde en raketaangedreven creaties trouwens deels verantwoordelijk voor.
Is het ene beter dan het andere? Niet op zichzelf. Die leegte van Breath of the Wild waarin je toch steeds interessante dingen ontdekte zal de ene speler beter kunnen waarderen dan de bewoonde wereld van Tears of the Kingdom. Een andere speler ervaart het precies andersom. Voor een derde speler hangt de voorkeur af van de eigen stemming.
Avontuur of sandbox?
Uiteindelijk bereiken deze twee Zelda-games, ondanks hun overeenkomsten, verschillende dingen. Breath of the Wild is misschien wel het ultiem avontuur. Dat woord gebruiken ik nu even niet in de zin van een lang verhaal, zoals elke game een avontuur genoemd wordt. Ik bedoel dat Breath of the Wild de nadruk legt op een avontuurlijk gevoel, waarbij je de wijde wereld ingaat, bergen beklimt, het onbekende ontdekt en uitzichten ziet die regelrecht uit The Lord of the Rings hadden kunnen komen.
Tears of the Kingdom pakt diezelfde wereld en verandert het in een sandbox die net niet te absurd is voor Zelda. Die bergtop die je ziet vanaf een Sky Island is geen plek waar je binnenkort eens heen reist, maar een uitdaging om nu direct iets te bouwen waarmee je er kunt komen.
En wat is beter? Dat hangt er volledig vanaf wat je leuker vindt. Je kunt eindeloos debatteren over wat Breath of the Wild beter doet dan Tears of the Kingdom en andersom, maar je komt erop uit dat ze beide pluspunten én minpunten hebben, waarvan in de andere game geen sprake is. En niet iedereen zal het erover eens zijn welke mechanics wel of niet leuk zijn.
Het enige waar je uiteindelijk van op aan kunt als je een voorkeur uit moet spreken, is je eigen gevoel. En dus is Breath of the Wild beter dan Tears of the Kingdom, terwijl Tears of the Kingdom juist beter is dan Breath of the Wild. Beide zijn meester in wat ze doen en de keuze is aan de speler. Deze speler kan van beide genieten, om verschillende redenen en op verschillende momenten.