Megabyte Punch Review

Review
woensdag, 07 augustus 2013 om 15:00
xgn google image
Als je je game beschrijft als 'Super Smash Bros. meets Mega Man meets Custom Robo', dan leg je de lat hoog. Heel hoog. De ontwikkelaar van Megabyte Punch durft dit toch te beweren, maar kan het spel de uitspraak waarmaken?
Tijd om weer eens een indiegame onder de loep te nemen en dat is Megabyte Punch, gemaakt door de Nederlandse ontwikkelstudio Reptile Games. De bedenkers wilden volgens een artikel op Control een kleurrijke, robotische elektrowereld scheppen. Zelf vinden ze het erg lijken op Super Smash Bros., en heel ver weg doet het dat ook wel, maar behalve het als een gek vechten liggen de games mijlenver uit elkaar.

Dat is ook wel logisch natuurlijk, want bij Nintendo zitten er heel wat miljoenen euro’s aan marketing en ontwikkelkosten in en dat zal bij Megabyte Punch juist niet het geval zijn. Wat Megabyte Punch wel heeft en Super Smash Bros. niet, is de mogelijkheid om elk deel van je personage te vervangen. Zelfs de heupjes van je robot kunnen naar jouw smaak worden aangepast. Die mogelijkheid de game naar je eigen hand te zetten, werkt vaak twee kanten op.

Geen Drawn To Life-problematiek
Enerzijds is het natuurlijk alleen maar leuk om een game naar je zin te maken, maar anderzijds kan een spel hierdoor ook wat gekunsteld overkomen. Denk bijvoorbeeld aan Drawn To Life, waarin je weliswaar je eigen held kon scheppen, maar gedurende de hele game voelde het alsof hij aan draadjes bij elkaar hing. Dat gevoel geeft Megabyte Punch gelukkig niet. Hoewel je met ongetwijfeld zware metalen in elkaar steekt, zul je soms wat onzeker zijn of je het wel verstandig hebt aangepakt met al je attributen, maar uiteindelijk kun je zaken ook weer gemakkelijk aanpassen.
De game doet denken aan Real Steel, die film met Hugh Jackman en die robotgevechten. Je stelt namelijk je eigen robot (Megac) samen waarmee je vijandelijke robots een kopje kleiner moet slaan tot je weer bij een eindbaas bent. Uit een robot komen bits vallen, en elke 64 bits staan voor een leven. Een leuk detail en dat past goed in een indiegame, die liefde voor de geschiedenis van gaming met bits en bytes. Zo voelt het in het algemeen ook, wanneer je met je robot door die vierkante wereld heen stampt.
Op zich is het leuk dat veel indiegames teruggaan naar de roots van gaming, maar het is wel belangrijk dat hier dan steeds een originele, nieuwe kijk op wordt geleverd. Gelukkig levert Reptile dat ook. Het feit dat de game een soort platform-, beat ‘em up- en customizegame in een is, maakt hem origineler dan hij op het eerste gezicht lijkt. Plus, het voelt best lekker om zo’n vijandelijke robot tot stukjes te slaan.

Dan volgt nu een open deur: de technomuziek op de achtergrond, moet je ding zijn. Als je niet van techno houdt of dat retro-sfeertje een beetje zat begint te raken, dan is het raadzaam om je koptelefoon af te laten. Het is muziek die voor niet-liefhebbers snel hetzelfde klinkt of in herhaling valt, maar het past wel erg goed bij robots natuurlijk. Wil je je volop in dat vreemde, vierkante robotwereldje storten, dan maakt de muziek daar zeker deel van uit. Hetzelfde geldt voor de graphics, hoewel het moeilijk is om daar niet de charme van in te zien.

Geen onaangename verrassingen
Natuurlijk zien de achtergronden er door hun strakke lijnen ook retro uit, maar het heeft toch net een modern genoeg uiterlijk om in positieve zin op te vallen. Het is ook niet zo dat je personage compleet in de achtergrond verdwijnt, want vlakken zijn vrij egaal en simpel gehouden. Dat scheelt, want daardoor word je iets minder verrast als er plotseling een vijand voor je neus staat.
Een grote plus aan deze game is de tutorial, waarin heel natuurlijk aan het begin wordt uitgelegd welke knoppen je dient te gebruiken. Er staat letterlijk in de achtergrond dat je op Z moet drukken, of op de spatiebalk of enter. De besturing is echter niet ideaal, je moet je vingers op bepaalde plekken op het toetsenbord leggen en houden, maar vooral de knoppen Z en X, wat beide actieknoppen zijn, liggen net even te dicht bij elkaar om echt soepel en lekker te kunnen gamen. Als je je menu wilt oproepen, dan moet je de enter-knop gebruiken, maar vervolgens is het even zoeken hoe je wat selecteert in het menu.

Wat ook wel handig is, is dat je regelmatig mede-Megacs tegenkomt die aan jouw zijde staan. Ze vertellen je wat je moet doen, geven je tips en maken soms gewoon gekke opmerkingen. Ze werken erg sfeerverhogend en het is dan ook een fijn gevoel om met je robot in het Megac-dorpje rond te lopen, af en toe wat huisjes in te gaan en te kijken hoe het met je vrienden gesteld is.

Je robotvrienden dan, want met je echte vrienden kun je nog niet online spelen. Daar wordt nog aan gewerkt bij Reptile. Tot die tijd, zullen je maten dus naar je huis moeten komen, want er is co-op multiplayer mogelijk tot vier spelers. Deze hebben we nog niet uit kunnen testen, maar als die online multiplayer er komt, dan komt deze uiteraard aan bod.
Vrolijke robotgame met enkele vaagheden
Indie-ontwikkelaars gaan graag terug naar hun gameroots en daarin is Reptile’s Megabyte Punch niet anders. De game is dankzij het sfeertje en de grappige omgeving erg vermakelijk, maar je moet hierdoor wel door enkele mindere puntjes heen kijken, zoals de niet optimale besturing. Je kunt de robot verder lekker naar eigen hand zetten, waardoor de mogelijkheden binnen dit spel uiteindelijk groter zijn dan die in Super Smash Bros..

Megabyte Punch is niet te koop via de normale kanalen, maar via de website Megabyte Punch, Humble Store, Desura en Gamersgate. Mocht je de studio willen helpen ook op Steam te komen, dan kun je ze (zelfs in de game) je Greenlight-steun geven.
Cijfer: 7

Populair Nieuws