Nog geen jaar geleden speelde Matt Damon een gestrande astronaut in Interstellar. In The Martian van Ridley Scott kruipt hij opnieuw in de huid van een ruimtevaarder in nood. In de The Martian review lees je of Damon ook deze pionier goed neerzet.
NASA wil het al tientallen jaren: Mars koloniseren, bij voorkeur door Amerikaanse ruimtereizigers. In The Martian lukt dat ook: onder commandant Lewis (Jessica Chastain) verrichten astronauten Johanssen (Kate Mara), Martinez (Michael Peña) en Mark Watney (Matt Damon) veldonderzoek naar de koude rode planeet. Totdat er een grote storm opsteekt.
Ridley Scott maakt de aanleiding voor het verhaal wel heel erg zwak: Mark Watneys crew ontvlucht Mars nadat hij door een brokstuk werd geveld en voor dood is achtergelaten. Twee problemen: het ruimteschip Hermes is de enige exitstrategie, dus Watney zit vast; en de volgende Marsexpeditie, Ares IV, komt pas over vier jaar. Zonder voldoende voedsel, water en gezelschap houdt Watney het nooit zo lang vol. Al weet de kijker de uitkomst natuurlijk allang.
Hier laat The Martian zich van zijn beste kant zien. In tegenstelling tot het melodrama van Christopher Nolans Interstellar en de door en door Amerikaanse heroïek van , kiest The Martian voor een hoofdpersoon met humor en zelfspot. Watney, een geboren tuinbouwer, verbouwt aardappelen in zijn eigen poep en gebruikt een levensgevaarlijke plutoniumvoorraad als kachel in het Rover-vehikel.
Matt Damon zet astronaut Watney op cynische en droge wijze neer: een even realistisch als tragisch figuur die voor zijn leven vecht door waterstof te verbranden, de discomuziek van zijn op terugweg zijnde meerdere afkraakt en zijn ruimteresidentie HAB luchtdicht maakt met plastic zeil. Tragiek en komedie worden geweldig afgewisseld.
Ondertussen op Aarde doet NASA zijn best om 'onze jongen' weer thuis te krijgen. De arrogante baas Teddy Sanders (Jeff Daniels), de oplossingsgerichte Vincent Kapoor (Chiwetel Ejiofor) en de tegenstribbelende Mitch Henderson (Sean Bean, die voor de verandering blijft leven) raken vermengd in enkele hilarische en goed geschreven dialogen.
Voorts is er een leuke bijrol weggelegd voor 'eeuwige student' en astrofysicus Richie Purnell (Donald Glover), die op de valreep nog wat hogere wiskunde uitrekent voor de rondgecommandeerde 'aandrijvingsbaas' Ben Ng (Benedict Wong). NASA wordt in The Martian niet bepaald serieus neergezet: een organisatie die meer baseert op de publieke opinie en gokwerk dan wetenschappelijke onderbouwing.
Waar Apollo 13 om emoties draaide en Interstellar om psychologie en filosofie, kiest The Martian een meanderend weggetje door de wetenschap. Waterstof, landbouw, radioactiviteit: het komt allemaal in vogelvlucht voorbij. Scott heeft echter de keuze gemaakt om alle rocket science met de nodige dosis humor te presenteren.
Daardoor wordt het serieuze doch ernstig gesimplificeerde aspect van The Martian overschaduwd door soms kinderachtige conversaties over het aantal 'fucks' die Watney over de NASA-chat spuwt en een absurde Iron Man-manoeuvre om gered te worden. En wie kan er nu zonder problemen jarenlang 50 miljoen mijl van beschaving zijn afgezonderd, met op het menu aardappelen en ABBA? Matt Damon kan dat blijkbaar wel.
Cijfer: 7.5