Wat er door het hoofd van de Franse ontwikkelaar Ankama ging toen het de naam Fly’N bedacht weten we niet, maar wij vragen ons tot op heden nog steeds af hoe je het uitspreekt en wat het betekent. Het heeft zich zelfs tot een irritatielevel weten te schoppen dat wij nog niet eerder hebben ondervonden. Misschien is het iets typisch Frans of misschien hebben wij gewoon iets over het hoofd gezien toen we de wereld van deze kleurrijke indiegame doorkruiste. Gelukkig ging dat laatste ons iets beter af.
Een van de meest uitgemolken genre’s op gamegebied is toch wel de platformer. Vanaf het 8-bit tijdperk zijn we al druk bezig om van links naar rechts te lopen en onderwijl over alle obstakels heen te springen. En met alle nieuwe indie-ontwikkelaars die als paddenstoelen uit de grond schieten is het genre alleen nog maar populairder geworden. De platformgame Fly’N doet ook denken aan een indie-titel, maar het brein verantwoordelijk niet. Ankama kennen we namelijk ook van grote games als Wakfu en Dofus (klinkt logisch gezien de visuele stijl). Maar de liefde die in Fly’N is gestopt doet zeker niet onder aan wat een indie-ontwikkelaar normaal gesproken aan zijn kindje geeft.
Huisje, boompje, beestje
Omdat er vrijwel geen (verstaanbaar) woord wordt getoond of uitgesproken in het spel is Fly’N gedwongen om het verhaal te vertellen in beelden. In het begin zul je dan ook nog niet alles snappen, maar tegen de tijd dat je de eerste wereld hebt doorlopen zal het overgrote deel wel duidelijk zijn. Het verhaal begint met een kwaadaardige föhn met armen en benen die zonder enige aarzeling al het leven probeert te zuigen uit de vier wereldbomen van Helycia. Het zou geen spel zijn als er niemand was om hier een stokje voor te steken. In het geval van Fly’N zijn het zelfs vier personages die de strijd met de slechte Dryer aangaan. Deze kleine beestjes, ook wel buds genoemd, zijn ieder de beschermer van een eigen boom en hebben ieder ook verschillende krachten. Alleen door samen te werken kunnen ze hun leefomgeving beschermen.
Zoals je leest is het verhaal van Fly’N niet heel bijzonder, maar de manier waarop het gebracht wordt wel. Geluidseffecten blijven een beetje achterwegen, maar het spel beschikt wel over een goede soundtrack. En ook grafisch valt er geen kwaad woord over te spreken. De vier verschillende werelden zijn prachtig vormgegeven met een overdosis aan kleur. Alles ziet er heel vriendelijk uit, waardoor het contrast van goed en slecht heel mooi naar voren komt. Het spel doet grafische zelfs erg denken aan
Rayman Origins met zijn kleurrijke omgevingen en personages. Maar dit is niet de enige game waar Ankama inspiratie uitgehaald lijkt te hebben.
Diep in het bos
Naast Rayman doet Fly’N ons ook erg denken aan
LocoRoco. Je speelt namelijk als een klein rondachtig personage dat zich met hoge snelheid door de verschillende levels beweegt. Daarbij vind je verborgen gangen en kamers in de muren die op net zo’n manier verborgen zijn als in het PSP-avontuur. En in die gangen kun je soms een slapend wezen vinden dat je door te zingen wakker kunt maken voor een beloning. Kortom alle elementen die van LocoRoco een succes maakten zijn ook bij Fly’N aanwezig. Is dat slecht? In principe niet, want ook hier werkt het gewoon goed.
Het zoeken naar alle geheimen die het spel te bieden heeft om zo alle punten te verzamelen werkt uiterst verslavend en zorgt er bovendien voor dat je een level graag nog een keertje opstart. Mede door de beloning die eraan vast hangt. Weet je bijvoorbeeld bepaalde wezens te vinden dan zullen er in het verzamelscherm extra levels beschikbaar gesteld worden. Levels die nog meer vragen van je puzzelvaardigheden.
Ieder z’n eigen ding
Zingen is een van de vaardigheden waar een van de buds over beschikt, maar de rest heeft ook aardige kwaliteiten. De groene bud kan tegen muren oplopen, de zwarte kan zich omtoveren tot een stuiterbal en de oranje schiet zich met de snavel vooruit in hoge snelheid een willekeurige richting op. Naarmate je de buds vrijspeelt zullen de levels ook uitdagender worden. De verschillende puzzelelementen vragen steeds om al je beschikbare vaardigheden te gebruiken wat de game met iedere wereld die passeert verfrissend blijft houden.
Fly’N is dus rijkelijk gevuld met content en de omgevingen zijn heel divers en kleurrijk vormgegeven, maar de besturing laat wel een aantal steekjes vallen. De buds bewegen zich in hoge snelheid en er is daarom ook niet veel nodig om zo’n wezentje onbedoeld een paar stappen extra te laten zetten. De besturing is hierdoor heel gevoelig, wat bepaalde taken moeilijker maakt dan ze horen te zijn. Bijvoorbeeld wanneer je jouw bud voorzichtig en kalm vooruit moet bewegen om niet geraakt te worden door bepaalde obstakels. Na een tijdje zul je er wel enige handigheid in ontwikkelen, maar makkelijk zal het nooit worden.
Kleurrijke reddingsoperatie
Al met al heeft Ankama games met Fly’N een hele vrolijke en kleurrijke game afgeleverd. Visueel kan het spel zich meten met titels als Rayman en ook op het gebied van content is er voor uren aan speelplezier te vinden. Je ziet namelijk gegarandeerd geheime kamertjes en gangetjes over het hoofd, waardoor je ieder level graag nog een keertje doorloopt om er zeker van te zijn dat je alles hebt. Het enige dat stoort is het onduidelijke verhaaltje en de te gevoelige besturing, maar heeft Fly’N je eenmaal emotioneel gegrepen dan zul je ook met deze zondes leren leven.
Cijfer: 8