Shadow Warrior Review - Heerlijk over de top!
Waarschijnlijk doet de naam 3D Realms wel een belletje rinkelen. 3D Realms beleefde wereldwijde faam met Duke Nukem en later gedeeltelijk ook met Shadow Warrior. Die game kreeg, in tegenstelling tot Duke Nukem Forever, wel een volwaardige remake op de Xbox 360 en PC vorig jaar. Nu volgen de PlayStation 4- en Xbox One-versies. Zijn deze net zo volwaardig?
Het originele Shadow Warrior stamt alweer uit 1997 en volgt eigenlijk dezelfde formule als Duke Nukem; het spel neemt zichzelf niet te serieus, is op andere momenten over-de-top belachelijk en hard en de humoristische ondertoon zorgt soms voor een glimlach op je gezicht. Soms ja, want de one-liners van hoofdpersonage Lo Wang worden op een gegeven moment wel erg clichématig.
You’ve got Wang!
Zoals al eerder gemeld, jij bent Lo Wang, een lijfwacht van Zilla Enterprises, het grootste bedrijf van heel Japan. Voor je baas moet je een wapendeal voltrekken in een afgelegen dojo, wat er volgens Wang wel erg traditioneel uitziet. Daar is het een gevalletje van ‘verkeerde moment op de verkeerde plaats’ en breekt de pleuris uit.
Demonen komen ineens naar de mensenwereld en vermoorden alles en iedereen. Gelukkig heb jij nog een vlijmscherp samoeraizwaard om het duivelse gespuis een kopje kleiner te maken. Jouw doel is om op zoek te gaan naar het legendarische samoeraizwaard, de Nobitsura Kage. En laat dat flinke mes nu net eens in de handen van een duistere macht te zijn gevallen.
Zwaard of gun?
Shadow Warrior bezit net zoals Duke Nukem een wijd arsenaal aan diverse wapens. Naast je samoeraizwaard zal je ook de beschikking hebben over een pistool, SMG of rocket launcher. Maar denk ook aan een kruisboog of zelfs de harten van demonen. Het zijn slechts enkele voorbeelden van Wang’s speelgerei. Het gezegde ‘bring a gun to a knife fight’ wordt hier dan ook aan flarden geschoten.
De vraag is echter of jij een wapen gaat gebruiken, als jij al die demonen in honderden stukjes kunt hakken met je zwaard. Een vijand door zijn hoofd schieten is bevredigend, maar als je hem er zelf afhakt bereik je een net wat hoger niveau van bevrediging. Verwacht geen tactische meesterzetten om eerst de benen van een vijand te verwijderen, want daar gaat Shadow Warrior net een tikkie te snel voor.
Lekker upgraden
Al die wapens die je in je bezit hebt, kun je natuurlijk ook weer upgraden. Dit doe je door rond te lopen, kistjes open te maken en geld te vinden. Voor het upgraden van je speciale skills, zoals nieuwe aanvallen met je zwaard of meer leven, moet je opletten voor de zogenaamde Ki Points. Gelukkig krijg je aan het einde van elk level te zien wat je hebt gemist. Dit maakt Shadow Warrior lekker herspeelbaar voor de perfectionisten onder ons.
PS4-elementen
Bij Shadow Warrior op de Xbox 360 en PC had je bepaalde aanvallen die je moest uitvoeren door op een knop te drukken en dan je linker analoge stick, of muis, vooruit te doen. Bij de PlayStation 4-versie van Shadow Warrior is dit vervangen door het Touchpad.
Die Touchpad op de DualShock-controller staat dus centraal voor het uitvoeren van enkele brute zwaardaanvallen. Het jammere is dan alleen dat het niet perfect werkt en je soms twee à drie keer snel achter elkaar over het touchpad zit te vegen en bovendien je ook nog de linker analoge stick moet loslaten. En laat dat nu net een doodzonde zijn als je tegenover een leger van duivelse griezels staat.
Wat je natuurlijk ook verwacht op je PlayStation 4 is een grafische update ten opzichte van de vorige generatie. Die memo lijkt te zijn aangekomen bij ontwikkelaar Flying Wild Hog, want met prachtig gekleurde omgevingen en vooral veel bloed, draait de game lekker soepel op 60 frames per seconde. Een upgrade dus ten opzichte van de eerdere versies op de Xbox 360 en PC, maar voor veertig euro is het wel, met geen enkele vorm van nieuwe content, een duur grapje.
Punten scoren
Met de bovenstaande upgrades leer je steeds meer combo’s om nog meer bloedbaden aan te richten. Je krijgt namelijk aan het einde van elk gevecht een score, waarin creativiteit hoog in het vaandel staat. Schiet op auto’s en andere objecten om ze te laten ontploffen, het liefst in de omgeving van jouw vijanden, en je score gaat omhoog. Ook het afhakken van hoofden en meerdere demonen tegelijkertijd terugsturen naar de hel helpt de score.
Dat trucje heeft Flying Wild Hog goed afgekeken van Devil May Cry en Bayonetta. Het is dan alleen jammer dat je deze score niet kunt zien en je zo dus niet weet of je het goed of niet goed doet. Een systeem waarin je jouw score kunt zien was dan ook een goede toevoeging geweest.
Door al die gevechten vergeet je soms weleens dat de tijd voorbij vliegt. Voor je het weet ben je alweer drie uur kwijt in de wereld van Shadow Warrior. Dat is iets wat de game ook hartstikke goed doet, maar soms wat meer variatie zou niet slecht zijn geweest. Wang’s campagne naar het legendarische zwaard duurt ongeveer vijftien uur en door de hele tijd hetzelfde kunstje te doen, heb je op een gegeven moment het gevoel van: ‘been there, done that’.
Shadow Warrior is heerlijk over-de-top
Shadow Warrior doet wat het goed doet: over-de-top actie volgepakt met veel bloed, geinige wapens en soms hilarische one-liners van Wang. Ben je een liefhebber van deze games, dan is Shadow Warrior echt iets voor jou. De belangrijkste vraag is echter: wil je veertig euro neerleggen voor een game die er grafisch wat mooier uitziet, maar geen enkele vorm van nieuwe content bezit? Die vraagstelling laten we over aan jou.